Lezingen: Deuteronomium 6, 1-9.    Mattëus 5, 16-26
Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Gemeente van Christus,

Tijdens de Schriftlezing hoorden we Jezus zeggen:
“Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen maar om ze tot vervulling te brengen.”

Met “de Wet en de Profeten“ bedoelt Jezus alle leefregels die God aan zijn volk heeft gegeven bij de Uittocht uit Egypte, op de berg Sinaï om mee te nemen naar het beloofde land. Leefregels die zouden kunnen voorkomen dat het beloofde land in een tweede Egypte zou veranderen: een land van heren en slaven. Leefregels voor een zorgvuldige omgang met de aarde. Leefregels voor een rechtvaardige verdeling van de rijkdom. Leefregels die het besef van de heiligheid van God, de medemens en de schepping levend zouden houden.

Waarom vond Jezus het nodig om duidelijk te maken dat hij de wet en de profeten niet af wilde schaffe? Dat was omdat hij bij sommigen die indruk gewekt had door zijn vrije omgang met de regels van de wet.

De Farizeeën hielden zich heel streng aan de letter van de wet. Dat deden ze met een goede bedoeling. Door de Romeinse bezetting dreigde het geloof in de God van Israël te verwateren. Dit wilden de Farizeeën voorkomen door iedere punt en komma van de wet serieus nemen. Maar wie zich zo strikt aan de regels van de wet wil houden wordt onvrij.

De Farizeeën gingen hiermee voorbij aan de bedoeling die God had met de wet. Het was juist zijn bedoeling dat zijn volk dat net bevrijd was van de slavernij niet in een nieuwe slavernij terecht zou komen. Het laatste wat God gewild had was dat Zijn volk slaaf van de wet zou worden.

Jezus gaat in vrijheid met de wet om. Dat laat hij zien in zijn handelen. De wet schrijft voor dat je niet mag werken op Sabbat. De Farizeeën hadden precies omschreven wat er met “werken” bedoeld werd. Er mocht niet veel meer op Sabbat. Jezus gaat veel vrijer om met het Sabbatsgebod. Wanneer hij met zijn leerlingen op Sabbat een wandeling maakt plukt Hij rustig een paar korrels graan uit een aar om op te kauwen.

Hij gaat ook vrij om met de reinheidswetten die nauwe omgang verbieden met niet- joden of mensen die als zondaar beschouwd werden. Jezus gaat om met niet-joden: Samaritanen, Romeinen, tollenaars.

Ook waren er strikte regels voor de omgang tussen mannen en vrouwen maar Jezus gaat op ontspannen en respectvolle wijze met vrouwen om.

Wanneer je naar Jezus’ handelen kijkt is het dus niet zo gek dat sommigen dachten dat Jezus de wet en de profeten wilde afschaffen. Maar Jezus zegt dus dat hij niet gekomen is om ze af te schaffen maar om ze tot vervulling te brengen. Hij zegt zelfs zolang de hemel en de aarde bestaan iedere jota en tittel, iedere punt en komma van de wet van kracht blijft.
Hij zegt zelfs:  “Als jullie gerechtigheid niet groter is dan die van de Schriftgeleerden en  Farizeeën zullen jullie zeker het Koninkrijk van de hemel niet binnengaan.”

De mensen om Jezus heen luisteren met grote aandacht. Waar wil Jezus naartoe met deze woorden? Aan zijn liefdevolle uitstraling, vriendelijke blik en glimlach om zijn mond zien ze wel dat Jezus niet werkelijk bedoeld wat hij zegt. Hij wil hen niet zoals de Farizeeën het slavenjuk van de wet opleggen. Maar wat bedoelt Hij dan? Jezus geeft een voorbeeld:
Hij zegt: “Jullie hebben gehoord dat destijds tegen het volk is gezegd: “Pleeg geen moord” Wie moordt zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Maar Ik zeg: “Ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster uitvalt moet dit al doen! Ja zelfs al wanneer je iemand voor “nietsnut” of “ dwaas” uitmaakt!”

Jezus radicaliseert de wet. In het woord “radicaliseert “ zit het woord “radix” dat “wortel” betekent.  Jezus gaat van “moord” naar de wortel van de moord: woede.

En nu moeten we voorzichtig zijn. Denk aan het liefdevolle, vriendelijke en ontspannen gelaat van Jezus. Denk aan de warme klank in zijn stem. Jezus bedoelt niet dat we niet boos zouden mogen worden en in onze boosheid niet eens rare dingen zouden mogen zeggen.

In Engeland is een kerkgenootschap, al noemen ze zich geen kerk, die al vanaf het ontstaan in de 17e eeuw geweldloosheid propageert. De Quakers. Leden ervan gaan niet in militaire dienst en geweldloosheid staat hoog in het vaandel. Maar men ontdekte dat dit tot gevolg had dat vele leden van deze kerk niet meer voor zichzelf of hun eigenbelang op konden komen. Ze hadden het gevoel dat dit niet in overeenstemming was met hun geloof. Maar Jezus kwam wel op voor Zichzelf. Kijk naar de zelfbewuste houding toen hij tegenover Pilatus stond. Kijk hoe zelfbewust hij de Farizeeën van repliek diende. De Quakers realiseerden zich dat zij de woorden van Jezus verkeerd geïnterpreteerd hadden en organiseerden assertiviteitscursussen voor hun leden.

Vat deze woorden van Jezus dus niet al te letterlijk op. Moord komt dikwijls voort uit woede. Maar dat wil niet zeggen dat iedere woede tot moord leidt of dat woede net zo erg als moord zou zijn.

Wat bedoelt Jezus “Jezus wil duidelijk maken dat het in de wet in feite niet gaat om het uiterlijk gedrag maar om de innerlijke gezindheid. Uiterlijk kun je je in principe perfect gehoorzaam zijn aan iedere punt en komma van de wet. Maar daarmee kun je toch nog totaal voorbij gaan aan de innerlijke bedoeling van de wet: de liefde. En daar gaat het Jezus om. Jezus wil Gods liefde aan ons overdragen: van hart tot hart. En dat is geen ontdekking van de kerk. Dat is al het hart van het geloof van Israël. We hebben het gehoord in Deuteronomium 6:

“Heb de Heer lief met hart en ziel en inzet van al uw krachten.” De leefregels van de wet zijn bedoeld om dit mogelijk te maken. De leefregels zijn bedoeld om een innerlijke omvorming mogelijk te maken. De leefregels willen de totale mens omvormen in liefde.“Heb de Heer lief met hart en ziel en inzet van al uw krachten. Houd de geboden steeds in uw gedachten. Spreek er steeds over: thuis en  onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. Draag ze als een teken om uw arm en als een band om uw voorhoofd. Schrijf ze op de deurposten van uw huis en op de poorten van uw stad. Prent ze uw kinderen in.”
Deze woorden moeten ook niet letterlijk worden opgevat. Er wordt niet mee bedoeld dat we letterlijk de hele dag met elkaar over de leefregels van God spreken. Bedoeld wordt dat we een innerlijke gerichtheid ontwikkelen, een grondhouding, een gezindheid . Bedoeld wordt dat we een grondhouding van liefde ontwikkelen.
De Joden herinneren zichzelf hieraan door een gebedsriem om de arm te dragen, door een voorhoofdsband te dragen, door de leefregels aan hun deurposten te bevestigen. Dat zijn hulpmiddelen.

Tot slot.
Hoe ontwikkelen we in onszelf een grondhouding van liefde? Eigenlijk stel ik de vraag niet op de goede manier. Het ontwikkelen van een grondhouding van liefde is niet wat wij zelf doen. Het is werk van de Heilige Geest in ons. Wij hoeven ons alleen maar over te geven aan de omvormende werking van de Heilige Geest.

Wanneer wij onszelf proberen om te vormen lopen we het gevaar in dezelfde valkuil te vallen waarin ook de Farizeeën vielen: de valkuil van het perfectionisme. En omdat perfectie onmenselijk is zou het gevolg zijn dat we iedere keer dat we in ons eigen ogen tekort zouden schieten onszelf zouden straffen met zelfverwijt en zware schuldgevoelens. We moeten niet aan ons zelf gaan sleutelen. We mogen ons overgeven aan de werking van de Heilige Geest.
De Heilige Geest laat ons soms zien dat we tekortschieten maar zij doet dat nooit op een agressieve manier. De Heilige Geest werkt op zachte, liefdevolle wijze. Wanneer zij u een tekortkoming toont dan is die al vergeven. Altijd!  Wanneer u wordt gekweld door zelfverwijt en sterke schuldgevoelens, dan is dat niet het werk van de Heilige Geest maar van uw eigen te sterk ontwikkelde geweten. De Heilige Geest vormt ons om tot liefdevolle mensen op een zachte, liefdevolle wijze.

Amen.