Lezing: Matthëus 18
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
Gemeente van Christus,
Drie vooropmerkingen:
- Toen ik zag welke lezing er op het rooster stond was ik niet meteen enthousiast. Het gaat om schuld en vergeving.Zijn we in de kerk niet al veel te vaak met dit thema bezig geweest? Zo vaak dat velen zijn gaan geloven dat het het in de kerk helemaal hierom draait?
Wie verder kijkt dan de eigen traditie zal zien dat niet overal in de wereld zo’n sterke nadruk gelegd is op het thema schuld en vergeving als bij ons het geval was. In de ooster-orthodoxe kerk was niet schuld en vergeving het hoofdprobleem maar dood en leven. De grote aandacht voor schuld en vergeving in de westerse kerk is het gevolg van het juridische denken in het Romeinse Rijk. Voor de Romeinen was de rechtspraak en het juridische denken van groot belang. Deze wijze van denken werkte door in de wijze waarop in de westerse kerk het christelijk geloof werd geïnterpreteerd.
Al die aandacht hiervoor was volgens mij niet altijd goed voor de geestelijke gezondheid van de kerkgangers. Natuurlijk zijn schuld en vergeving belangrijke thema’s. Ze horen bij het leven. Ook niet kerkelijke mensen kennen het belang van schuld en vergeving. Ieder mens worstelt wel eens met schuldgevoelens.
- We moeten onze neiging tot perfectionisme niet projecteren op God. Eist God heiligheid van ons? Het is vaak gezegd. Maar is het werkelijk zo? “Weest volmaakt zoals de Vader in de hemel volmaakt is .” zei Jezus. Maar het woord dat Jezus gebruikte en dat als “volmaakt”wordt vertaald : het woord “Tammim” betkent niet “volmaakt “ in de zin van “perfect. “ Het duidt veeleer op een gerichtheid. Een gerichtheid op het goede. Wanneer je gericht bent op het goede mag je best fouten maken. Wees gericht op het goede maar durf te leven. Verstik het leven niet, uit angst fouten te maken. Leef, zondig en vraag vergeving.
- Perfectionisme kan ook een verborgen vorm van hoogmoed zijn. Je kunt je verbeelden dat je perfect zou kunnen zijn. En vervolgens stel je jezelf de eis om het ook werkelijk te zijn . Om je zelf vervolgens ongenadig te veroordelen wanneer je onvermijdelijk geconfronteerdwordt met je onvolmaaktheid.
Durf nederig d.i. realistisch te zijn. Durf onvolmaakt te zijn. God houdt van je zoals je bent. Houdt dan ook van je zelf zoals je bent. Stel je zelf de vraag: Moet ik volmaakt zijn ? Wat doet het met me wanneer dat denk? Wat zou het met me doen wanneer ik niet volmaakt zou hoeven zijn ?
Dan nu de vraag die Petrus aan Jezus stelt:
“ Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoevaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zeven maal toe ?
Jezus antwoordt: “Niet tot zeven maal toe , zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.”
En dan illustreert Jezus zijn antwoord met een gelijkenis: Een koning heeft een dienaar die hem 10.000 talenten schuldig is. De dienaar wordt voor de koning gevoerd. De koning beveelt dat het bezit van de man verbeurd verklaard wordt en dat de man, zijn vrouw en kinderen als slaven verkocht moeten worden. De man valt voor de koning op zijn knieën en smeekt: “Heb geduld met mij.Ik zal alles terugbetalen.” De koning krijgt medelijden met de man en scheldt hem zijn schuld kwijt. “ Ik zal alles terugbetalen ! “ zegt de man tegen de koning. Maar als je gaat rekenen dan blijkt dit een onmogelijke opgave.De schuld van de man is n.l. exorbitant groot : 10.000 talenten. Koning Herodus van Israël kreeg jaarlijks aan belastinginkomsten 200 talenten. De schuld van de dienaar aan de koning is dus 50 x groter dan het totaal aan jaarlijkse belastinginkomsten van koning Herodus. Hij zal zijn schuld dus nooit kunnen afbetalen.
De schuld is oneindig groot en dus is de barmhartigheid van de koning die de schuld kwijtraakt ook oneindig groot.
Dan gaat het verhaal verder met de woorden: “ Toen de dienaar naar buiten ging…” ( Het was dus nog maar net gebeurd dat hij smekend op de grond lag voor de koning en hem zijn schuld kwijtgescholden werd ) , “trof hij een andere dienaar aan die hem 100 denarie schuldig was. Hij nam hem in een wurggreep ( greep hem bij de keel) en beet hem toe: “ Betaal me wat je me schuldig bent ! “De schuldenaar wierp zich voor hem op de knieën en vroeg:” Heb geduld met mij en ik zal alles terugbetalen.”Maar hij wilde daar niets van weten en liet hem in de gevangenis zetten.
Nota bene : Nog maar net is de man met zijn gezin aan de slavernij ontsnapt en is hem een oneindig grote schuldkwijtgescholden maar nu weigert hij een veel kleinere schuld zelf kwijt te schelden. De schuld van de tweede dienaar aan de eerste is 100 denarie. De schuld van de eerste dienaar aan de koning was 10.0000 talenten , dat is 50.000.000 denarie ! De schuld van de tweede dienaar aan de eerste is dus slechts 1/500.000 ste deel van de schuld van de eerste dienaar aan de koning ! Hij die zeer veel kwijtgescholden is weigert iemand anders een kleine schuld kwijt te schelden. Onbegrijpelijk ! Ondankbaar ! En het is dan ook goed te begrijpen dat de dienaars van de koning hun verontwaardiging hierover niet kunnen verkroppen en naar de koning gaan om hem te vertellen wat er is gebeurd.
Hoe moeten we deze gelijkenis nu begrijpen? Ik denk dat we haar niet moeten begrijpen op het niveau van de wil. Dat zou al te eenvoudig en moralistisch zijn. De boodschap zou dan luiden dat wij anderen moeten vergeven omdat ook ons veel vergeven is. Maar dat wisten we al . Daarvoor hoeven we de bijbel niet te lezen. De bijbel spreekt ons niet aan op het niveau van de wil maar op het diepere niveau van de ziel. De eerste dienaar uit de gelijkenis zou ons niet begrijpend aankijken wanneer wij hem zouden zeggen dat hij zijn schuldenaar zou moeten vergeven omdat de koning hem zijn schulden vergeven heeft. Hij legt eenvoudigweg geen verband tussen beide zaken. Hij was opgelucht toen de koning hem zijn schuld kwijtschold maar meer ook niet. Het raakte hem niet in zijn ziel. Hij was het gebeuren alweer vergeten toen hij de zaal uitliep. Zo ongeveer zoals je een bijna-ongeluk ook snel weer vergeet. Je schrikt wel even heftig maar ten diepste raakt het je niet.
De dienaar heeft de kwijtschelding van zijn schuld niet op het spirituele niveau van de ziel beleefd, het heeft hem niet veranderd. De barmhartigheid van de koning is niet doorgedrongen tot zijn ziel. Hij heeft de liefde niet gezien in de ogen van de koning. De liefde en barmhartigheid van de koning zijn niet tot hem doorgedrongen, hebben hem niet geraakt en daarom niet getransformeerd.
Het volgende verhaal kan verhelderen wat ik bedoel: Eens vroeg een rabbi aan zijn leerlingen : “ Wat is het grootste gebod ? “ Zijn leerlingen antwoordden: “ Dat we God lief hebben boven alles en onze naaste als onszelf. “ “ Nee” , antwoordde de rabbi “ er is een nog groter gebod . Het gebod dat je werkelijk tot je laat doordringen dat God van je houdt. “
Waar het om gaat is dat wij werkelijk tot ons laten doordringen dat God ons liefheeft. Daarvoor hebben we elkaar nodig. We mogen Gods liefde voor elkaar zichtbaar en voelbaar en hoorbaar maken. We mogen voor elkaar sacramenten van God zijn. Wanneer we werkelijk voelen dat we Gods beminden zijn en ons onvoorwaardelijk door Hem voelen aanvaard. Wanneer we werkelijk ervaren dat God ons onze onvolkomenheden vergeeft, dan en alleen dan zullen we ook in staat zijn om hen te vergeven die ons iets aangedaan hebben. Vergeving is geen gebod maar het gevolg van het tot ons laten doordringen van Gods liefde voor ons.
Dan het slot van de gelijkenis. De koning werd zo kwaad toen hij hoorde van het ondankbare en liefdeloze gedrag van de dienaar die hij een oneindige grote schuld had kwijtgescholden dat hij hem in handen van de gerechtsbeulen gaf tot hij de hele schuld zou hebben terugbetaald. “ Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft. “
Deze slotconclusie legt Matteus Jezus in de mond maar ik vraag me af of Jezus het daarmee eens zou zijn. Jezus antwoordt op de vraag van Petrus: “ Hoevaak moet iik vergeven ? “ “ Zeventig maal zeven maal. “ d.w.z. oneindig vaak. Dat betekent dan toch ook dat de ondankbare dienaar zijn ondankbaarheid ook weer vergeven wordt ? Ja maar dan blijf je toch aan de gang ? Ja maar dat bedoelt Jezus ook met zijn 70 x 7 maal. De liefde drijft alle vrees uit. Het slot van de lezing zou angst kunnen oproepen. Angst die niet past bij Gods liefde en niet door Jezus opgeroepen wil worden.
Stel u het liefdevolle gelaat van God voor ogen. Laat het doordringen in uw ziel en vergevingsgezindheid zal in u rijpen als vrucht van de Geest.
Amen.