Lezing: Psalm 72
Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Richtlijnen vanuit Thora en evangelie voor wereldleiders

Gemeente van Christus,

Afgelopen woensdag werd bekend dat Donald Trump opnieuw gekozen is tot president van Amerika. De journaals en talkshows zijn er vol van, de kranten en social media zijn er vol van.

En ik dacht ik kan hier niet omheen. Ik kan nu niet zomaar het leesrooster volgen. Ik moet aan de orde stellen waar iedereen mee bezig is. Tegelijkertijd mag wat er in de kerk wordt gezegd niet een herhaling zijn van wat er in nieuwsrubrieken en krantencommentaren al is gezegd. En daarom dacht ik welke richtlijnen staan er in het O.T. en  in het N.T. voor de wereldleiders en de regering van ons land ?

 Zo kwam ik uit bij psalm 72.
Psalm 72 moet begrepen worden in het licht van psalm 2. Psalm 2 is de psalm die gezongen werd bij  de troonsbestijging van een nieuwe koning. Bij die troonsbestijging zegt God tegen hem: “Jij bent Mijn zoon, Ik heb je vandaag verwekt.”
De koning van Israël wordt beschouwd als “Zoon van God”.Dat is een eretitel waarmee wordt uitgedrukt dat hij regeert “bij de gratie Gods”.
Maar de koning is deze eretitel alleen waard wanneer hij niet alleen regeert in Naam van God maar ook daadwerkelijk regeert in de Geest van God. Hij verdient zijn eretitel alleen wanneer hij hem waar maakt in de praktijk. De criteria voor het koningschap dat de eretitel “Zoon van God” verdient vinden we in psalm 72:
“Hij zal de redder zijn der armen
Hij hoort hun hulpgeschrei.
Hij is met koninklijk erbarmen
Hun eenzaamheid nabij.
Hij helpt met hun bestaan bewogen die zijn in vrees verward.
Hun bloed is kostbaar in zijn ogen. Hij draagt hen in zijn hart.”

Aan de machthebbers in deze wereld klinkt, vanuit het Oude Testament,  de vraag: “Ben je een redder van de armen?”

Kijken we nu naar de richtlijnen die vanuit het evangelie gegeven worden t.a.v. het koningschap.
Deze worden zichtbaar in het verhaal over de verzoeking in de woestijn. Na Zijn doop wordt Jezus door de Heilige Geest de woestijn in geleid om door de Satan te worden beproefd. Jezus wordt geroepen om Koning van het Koninkrijk van God te zijn : dat wereldwijde rijk van gerechtigheid en vrede en welvaart voor alle mensen. Zo’n Rijk kan er alleen komen door een koning die het niet om eigenbelang gaat maar om het belang van Zijn volk. Een koning die niet komt om te heersen maar om te dienen.
De Satan probeert Jezus drie keer te  verleiden:
De eerste verleiding: “Maak van stenen brood” is de verleiding tot zelfverrijking. De verleiding om het koningschap te misbruiken door er zelf beter van te   worden.
De tweede verleiding: “Spring van het tempel dak zodat de engelen zullen komen om je op te vangen zodat de mensen je hierom de rest van je leven zullen roemen”, is de verleiding tot zelfverheerlijking.
De derde verzoeking waarin de satan zegt: “Kniel voor me neer en ik schenk je alle koninkrijken van de wereld en hun rijkdom“ is de  verzoeking om d.m.v van geweld de eigen macht te handhaven en uit te breiden.

Vele koningen in de wereld – dictators, presidenten, generaals aan het hoofd van een militaire gunta – hebben deze verleidingen niet kunnen weerstaan. Hun volken lijden onder de gevolgen. Maar Jezus weerstaat de verzoekingen. Hij bewijst geschikt te zijn voor het koningschap.
Vanuit de evangeliën wordt aan de wereldleiders de vraag gesteld: ”Verrijk je jezelf? Verheerlijk jij jezelf? Gebruik je lichamelijk of verbaal geweld om je macht te handhaven of uit te breiden?
Een laatste en diepste richtlijn voor de wereldleiders ook voor vinden we in de Christus –hymne in Fillipenzen 2. Het is de oudste hymne van de kerk. Paulus citeert haar ineen brief aan de Fillipenzen:
“Handel niet uit geldingskracht of eigenwaan maar acht in alle bescheidenheid de ander belangrijker dan uzelf. Heb niet alleen uw eigen belangen voor ogen maar ook die van de ander. Laat onder u de gezindheid heersen die Jezus Christus had.
Hij die de gestalte van God had hield zijn gelijkheid aan God niet vast maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd een mens. En als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de Naam geschonken die elke naam te boven gaat., opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde en elke tong zal belijden: Jezus Christus is Heer tot eer van God de Vader.”

Aan de leiders van deze wereld wordt de vraag gesteld: “Is de gezindheid van Christus in u?”

Uit de  verhalen in de evangeliën weten we hoe liefdevol Jezus met mensen omging: Hij gaf ruimte aan kinderen, hield ervan om met ze om te gaan. Met vrouwen ging hij op voet van gelijkheid om. Van een vrouw Maria van Magdala zei Hij: “Er is niemand die Mij beter begrijpt dan zij. En zij was de eerste getuige van opstanding. Jezus maakte geen onderscheid tussen Joden en Samaritanen. Hij meed de melaatsen niet. Mensen leefden op in zijn Nabijheid. Ze voelden dat er daar ruimte was waarin ze mochten zijn. Jezus was zachtmoedig en vriendelijk. Hij voelde Zich boven niemand verheven maar ging op voet van gelijkheid met iedereen om. “Ik noem u geen slaven, ik noem u mijn vrienden!” zei Hij. Hij straalde licht uit en liefde en vrede.

Jezus maakte geen onderscheid tussen mannen en vrouwen, Joden en niet-joden. Vanuit het evangelie wordt aan de wereldleiders de vraag gesteld: “Ga jij op voet van gelijkheid om met  mannen en vrouwen, hetero’s en queer mensen, blanken en zwarten?

Vanuit het evangelie wordt tegen de leiders van de wereld gezegd: “Wees zachtmoedig, vriendelijk, rechtvaardig, liefdevol als Jezus.” Dit is de manier waarop er vrede en welvaart en geluk kan komen voor alle mensen op aarde.
Amen.