Lezing: uit Psalm 65 en 67
Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Thema: Dankbaarheid

Gemeente van Christus,

Vele mensen gaan niet meer naar de kerk. Wanneer je ze vraagt waarom ze niet meer gaan dan luidt het antwoord dikwijls dat ze zich niet meer bij het woord “God“ kunnen voorstellen. Het woord verwijst hen nergens meer naar. Ze zouden in God willen geloven maar kunnen dat niet meer.
Er is een kloof tussen hen en God. Die kloof wordt in onze cultuur geschapen. Wij leren van jongs af aan om de wereld te objectiveren. Wij leren kijken naar de wereld en alles wat daarop is als een object. Als iets dat buiten ons is. Als iets waarvan we het gewicht kunnen meten en de lengte en de hoogte en de breedte, als iets dat we kunnen ontleden in moleculen en atomen.
Al die objecten ervaren we als buiten ons. Een boom is geen heilige eik die we vereren maar een object waar we planken van kunnen maken. En niet alleen een enkele boom is een object: een heel woud is een object die omgekapt kan worden.

Zo zijn ook de zeeën en de oceanen niet het leefgebied van de god van de zee en van zeemeerminnen en zeemonsters. De zee en de oceaan zijn ook objecten. Objecten buiten ons waar we ons plastic in lozen.
En ook de lucht is voor ons niet heilig. De schoorsteen pijpen van de grote industrieën blazen hun rook er ongestoord in. Ook de lucht is een object buiten ons.

Maar we leven in een tijd waarin we ons ervan bewust worden dat de regenwouden geen objecten zijn maar de longen van de wereld en daarmee onze longen. We zijn de regenwouden.
We worden ons ervan bewust dat de zeeën en rivieren geen objecten zijn maar onze waterbronnen waarvan we afhankelijk zijn. We zijn onze zeeën en rivieren.
En ook de lucht is geen object buiten ons maar de lucht die we ademen en waarmee we één worden: we zijn onze lucht.

De grote multi-nationals vragen de overheden om haast te maken met de omslag naar duurzame energie. Er is een omslag waar we dankbaar voor mogen zijn.

Nu wordt het ook tijd voor een vergelijkbare omslag in het denken over God. Zoals we de regenwouden, zeeën en luchten als objecten waren gaan zien. Zo zijn we ook God gaan zien als een object buiten ons. We zeiden wel tegen elkaar dat God Geest is en niet zichtbaar maar we spraken over Hem alsof hij wel zichtbaar en tastbaar zou zijn. De beeldspraak over Zijn Gelaat, Zijn handen en zijn hart zijn we letterlijk gaan nemen.
Door zo over God te spreken en naar Hem te kijken zoals we naar de werkelijkheid hebben leren kijken is er een kloof ontstaan tussen God en mens. Een onoverbrugbare kloof. Mensen kunnen zich niets meer bij God voorstellen. Ze kunnen zich niet meer met Hem verbinden. God is ver weg, boven in de hemel en wij zijn hier op aarde, ver weg van God, zover dat God wegvalt uit de ervaring.

Zoals we zijn gaan inzien dat regenwouden, zeeën en rivieren en de lucht geen objecten buiten ons zijn maar dat we er deel van zijn zo mogen we ook gaan inzien dat God geen object buiten ons is maar dat we deel van God zijn. God is niet ver weg boven in de hemel maar heel dichtbij, Hij is onder ons, Hij draagt ons zoals de oceaan de golven draagt.
God is de oceaan. De mensen zijn de golven. De golven kijken naar boven en om zich heen en zeggen: Er is geen God ik zie Hem nergens ik zie alleen maar de lucht en de zon en andere golven….. Ja, maar ze moeten niet naar boven kijken. Ze moeten naar beneden kijken ze moeten naar binnenkijken en dan zien ze God niet maar ze voelen Wie hen draagt.

Een tweede manier waarop we God weer ter sprake kunnen brengen is door Hem te zien als het licht dat zijn schepping doorstraald. Wanneer je op een donkere dag in een kerk staat en je kijkt naar een gebrandschilderd raam dan zie je bijna niets. Maar wanneer dan de zon doorbreekt dan lichten de ramen op. Wanneer je dan vraagt aan mensen: wat zie je? Dan antwoorden ze ik zie een mens of een dier of een landschap. Ze benoemen de objecten die ze zien. Maar die objecten verschijnen door het licht dat straalt. Die objecten zijn één met het licht dat door hen straalt. Zo is het met de schepping ook. De schepping de bloemen, de bomen, de mensen verschijnen omdat het licht van God door hen straalt. Je kunt je focussen op de objecten: de bomen, bloemen of mensen, je kunt je ook focussen op het licht van God dat door hen straalt en hen schept en waarmee ze één zijn. Wanneer de zon schijnt op een boom in herfstkleuren dan zie je dit heel duidelijk. Zo mogen we voortdurend leren kijken.

Ik wil vanavond aan u doorgeven wat ik van een Amerikaanse monnik leerde. Zijn naam is Broeder Steindl – Rast. Hij zegt: geluk maakt niet dankbaar maar dankbaarheid maakt gelukkig. Met geluk bedoelt hij alles wat je aan goede dingen in het leven met meer of minder geluk ontvangt: gezondheid, een goede baan, een mooi huis.. Je zou zeggen dat je wanneer je al die zaken ontvangt dat je dan dankbaar wordt. “Maar,” zegt Steindl Rast: “Er zijn heel veel mensen die heel veel ontvangen maar toch niet dankbaar zijn. Ze blijven ontevreden, hoeveel ze ook ontvangen hebben.”
Daarom zegt hij: Niet geluk maakt dankbaar maar dankbaarheid maakt gelukkig. Dankbaarheid is een manier van in het leven staan. Het gaat erom dat je leert om dankbaar te zijn voor datgene wat je in je leven ontvangt.
Wanneer je net in een land geweest bent dat voor een groot deel bestaat uit woestijn en je waterschaarste gekend hebt en waarde van koel en helder drinkwater hebt leren kennen en je komt thuis en je draait de kraan open, dan word je de eerste keer dat je dat doet vervuld van een gevoel van dankbaarheid. En de tweede en derde keer ook maar daarna went en alweer.
En wanneer je gewest bent in en land waar de elektriciteit voortdurend uitvalt en je komt thuis en je drukt op de lichtknop en het licht springt meteen aan, dan wordt vervuld van dankbaarheid maar ook dat went weer snel.

Om gelukkig te worden moet je zegt Steindl –Rast erbij stil staan dat alle zaken die je ontvangt niet vanzelfsprekend zijn. Plak b.v. een sticker naast de kraan met daarop de tekst: Water een wonder! En plak zo’n sticker ook naast het lichtknopje en naast de broodtrommel en naast je bed en naast je tube tandpasta en op de slaapkamerdeur van je kinderen ….. zo leer je je te verwonderen, zo leer je dankbaarheid, zo wordt je gelukkig.

Bid en dank voor en na het eten, bij het slapen gaan en bij het opstaan, dank voor het warme water als je onder de douche staat.

Amen.