Startzondag
Lezing: Johannes 15, 1-18
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
Gemeente van Christus,
Wat was het eerste dat Noach deed toen hij na het zakken van het water van de zondvloed weer voet aan land zette? Je zou verwachten dat hij meteen een akker aangelegd zou hebben en er graan in gezaaid zou hebben om zijn vrouw en kinderen van dagelijks brood te kunnen voorzien. Maar nee, Noach begint niet met het zaaien van graan, zijn eerste daad is het aanleggen van een wijngaard.
Na de zondvloed begint de schepping opnieuw. Het leven mag worden gevierd. Daar hoort een goede beker wijn bij. Noach moet nog leren maat te houden want wanneer hij drinkt van zijn eerste wijn raakt hij behoorlijk aangeschoten. Sindsdien is het beeld van de wijngaard het beeld van de goede aarde. Wanneer de verspieders die Mozes uitzond om het beloofde land te verkennen terugkeren naar het volk in de woestijn nemen ze druiventrossen mee die zo groot zijn dat ze door twee mannen aan een stok gedragen moeten worden. En wanneer aan Mozes vlak voor zijn dood nog een blik op het beloofde land gegund wordt dat ziet hij niet alleen het beloofde land maar de hele aarde als een grote wijngaard aan zijn voeren liggen. De wijnstok is vanaf het begin het symbool van de hoop dat er een nieuw begin, een nieuwe toekomt en een nieuwe aarde en wereldorde mogelijk is.
De woestijn zal bloeien als een roos. De woestijn zal één grote wijngaard worden. Iedereen zal daar met zijn gezin in de schaduw schuilen voor de zon in zijn en haar zijn eigen wingerd.
Bij de dichters van Israël wordt de wijngaard het symbool van de geliefde bruid: zij is door de zon bruin gekleurd en zij groeit en bloeit en geurt voor haar bruidegom.
Later gaan de profeten Israël zelf de wijngaard noemen en de Eeuwige is de landbouwer. De intieme en zorgvolle relatie tussen de wijnbouwer en zijn kwetsbare wijnstokken is voor de profeten het beeld waarop de Eeuwige omgaat met Zijn volk. Zij zien God Zelf als een wijnboer tussen zijn geliefde wijnstokken lopen terwijl hij ze liefkozend streelt, ze water geeft en bemest en indien nodig bij snoeit.
De beeldspraak van de wijnstok en de ranken is overvloedig aanwezig in het Eerste Testament. En waar deze beeldspraak ook aanwezig was, was in de tempel in Jeruzalem. Die tempel bestond uit drie delen: de voorhof, het heilige en het heilig der heligen. En men geloofde dat God Zelf in het binnenste van de tempel in het heilige der heiligen aanwezig was. Niemand mocht er binnengaan. Alleen de hogepriester, één keer per jaar, op grote verzoendag. En boven de ingang van het heilige der heiligen hing een grote gouden wijnstok met ranken die zo groot waren als een mens.
Boven de ingang die toegang verschaft tot de ruimte waar God Zelf Aanwezig was hing dus het beeld van de wijnstok en de ranken. En dit beeld past Jezus op zichzelf toe in Johannes 15:
“Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader in de wijnbouwer. “Jezus voelde aan dat de verwoesting van de tempel aanstaande was. Dit gebeurde in 70 na Christus. En met de verwoesting van de tempel zou iedere hoop op een nieuw begin, op een nieuw leven, op een nieuwe samenleving, op een nieuwe aarde voorgoed in rook opgaan. Maar dan zegt Jezus die toegang tot het heilige der heiligen, die toegang tot God, die toegang tot een nieuw begin dat ben ik, dat is de levenswijze die ik jullie voorleef.
“Ik heb jullie liefgehad zoals de Vader Mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde. Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in Zijn liefde blijf. Dit zeg ik tegen jullie. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ook ik jullie heb liefgehad.”
“Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken “zegt Jezus “Blijf verbonden met mij dan blijf ik verbonden met jullie. De wijnranken kunnen alleen blijven leven en vrucht dragen wanneer ze verbonden blijven met de wijnstok. Want vanuit de wijnstok vloeien de leven gevende sappen naar de ranken. En vanuit de wijnstok die Jezus is vloeit de liefde naar Zijn leerlingen.
Deze liefde is niet in de eerste plaats een warm gevoel, dat is het ook wel, maar niet in de eerste plaats. Jezus zegt niet voor niets:
“Wanneer jullie je aan mijn geboden houdt dan blijf je in mijn liefde.”
Liefde is in de eerste plaats een manier van leven, een handelwijze, een doen: zorg voor de vreemdeling, de weduwe en de wees, het bouwen aan een rechtvaardige samenleving, het zorgdragen voor planten en dieren, het zorgdragen voor de aarde.
En de praktijk leert dat je wanneer je voor iemand of iets gaat zorgen de liefde volgt, Je gaat houden van de mens naar wie je omziet, je gaat houden van het dier waarvoor je zorgt, je gaat houden van de tuin die je bewerkt, je gaat houden van de bloemen die je dagelijks water en voedsel geeft.
Wanneer wij als ranken verbonden blijven met de wijnstok die Jezus is, die voor ons de toegang is tot God en ons de levenswijze voorleeft die ons toegang geeft tot God dan kunnen wij de vruchten van de Geest gaan dragen: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.
Zo kunnen we met elkaar omgaan. Zo kunnen we broeders en zusters worden, zo kunnen we een hechte gemeenschap gaan vormen. Geve God dat dit mag gebeuren!
Amen.