Lezing: Genesis 3: 1 t/m 7
Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Jeugddienst: Snoep verstandig, eet een appel

Gemeente van Christus,

Het verhaal over Adam en Eva die door de slang worden verleid om te eten van de boom van kennis van goed en kwaad onthult wat het grondprobleem van de mens genoemd kan worden. En wat is dat grondprobleem?  Dat is het gevoel dat je niets en niemand bent. Het gevoel dat je zoals je bent niet goed genoeg bent. Het gevoel dat er iets aan je ontbreekt.
Adam en Eva leefden in het paradijs. Ze hadden alles wat hun hartje begeerde: ze hadden elkaar, ze hadden elkaar lief, ze woonden in een prachtige tuin, ze genoten van de schoonheid van de natuur; van de prachtige bloemen om hen heen, bloemen met de mooiste vormen en kleuren en geuren, ze hielden van de dieren om hen heen en gaven ze liefdevol namen, namen waarin de aard van de dieren doorklonken ze genoten van heerlijke vruchten en van de zon, de wind en de regen. Kortom: ze hadden alles wat ze zich maar konden wensen en toch hadden ze het gevoel: er ontbreekt iets aan mij, ik ben niet goed genoeg, ik ben niemand.

En dan komt de slang en die zegt: “God heeft zeker wel gezegd dat jullie van geen enkele boom in de hof mogen eten?” Dat was een leugen want dat had God helemaal niet gezegd. Daarom antwoordt Eva: “We mogen eten van de vruchten van alle bomen, behalve van de boom in het midden van de tuin. Als we van die boom eten zullen we sterven. En God wil niet dat we sterven.”
“Sterven” zei de slang. “Jullie zullen helemaal niet sterven! Maar God weet wat er gebeurt als jullie van die boom eten: Dan zullen jullie alles begrijpen. Jullie zullen dan net zo zijn als God.”
En die woorden spreken Adam en Eva aan. Hoewel het ze aan niet ontbreekt hebben ze het gevoel dat ze niet goed genoeg zijn, dat ze niemand zijn, dat ze minderwaardig zijn. En ze denken: wanneer we worden als God dan zijn we van dat gevoel van niets waardigheid af.
En dan eten ze van de appel. En ze hopen dan een gevoel van koninklijke en goddelijke waardigheid te krijgen. “Ah, eindelijk zijn we iemand! Eindelijke mogen we er zijn! “Maar het tegenovergestelde gebeurt. In plaats van zich goddelijk te voelen ontdekken ze dat ze naakt zijn en gaan ze zich schamen voor hun naaktheid. Eerst voelden ze zich minderwaardig. Nu is het nog erger. Ze schamen zich voor zichzelf.

Hier wordt ons het grondprobleem van de mens onthuld. Mensen schamen zich voor zichzelf. Ze proberen aan dat gevoel te ontkomen door “als God” te worden, aan God gelijk te worden.

We zien dit om ons heen gebeuren. Mensen hebben het gevoel minderwaardig te zijn en denken dat ze van dit gevoel af kunnen komen door te eten van de vruchten van de boom in het midden van de Hof. Maar waar is die Hof dan? Waar staat die boom dan? Wat zijn de vruchten van die boom? Waar is de slang?
Die boom met de slang staat midden in onze samenleving. Dat is de boom van de reclame. Dat zijn de reclamespotjes op de t.v., YouTube, Tiktok en Instagram. In die reclamespotjes worden ons vruchten van de boom als begerenswaardig voorgesteld: dure auto’s, mooie jurken, mooie schoenen, mooie huizen, snelle boten, een perfect slank lichaam, een perfect gespierd lichaam met six-packs. Verre reizen op luxe cruiseschepen…noem maar op.
En wij hebben het idee dat als wij die dure auto, die mooie jurk en dat mooie huis zouden hebben dat wij dan iemand zouden zijn. Eindelijke zouden we dan verlost zijn van het gevoel dat er iets aan ons ontbreekt, dat we minderwaardig zijn.

Een voorbeeld kan misschien duidelijk maken wat ik bedoel. Wanneer wij een dure wagen zien rijden b.v. een Rolls Royce of een Jaguar of een Mercedes dan denken wij: “Wauw wat een mooie auto. Daar zou ik in willen rijden. Dan zou ik iemand zijn!”
Maar stel dat je naar Zuid-Amerika zou reizen en je zou daar een volk opzoeken die in het oerwoud woont en nog in het stenen tijdperk leeft en nog nooit een auto gezien hebben en je zou hen een Rolls Royce laten zien, dan zouden ze er verbaasd van opkijken maar niemand zou er een willen hebben. Waarom zouden ze?
En waarom zouden wij een Rolls Royce willen hebben? Dat is omdat het rijden erin ons status geeft. Mensen die ons zien denken dan: “Dat is iemand die het gemaakt heeft. Dat is iemand die echt iemand is! Ik ben niemand maar wanneer zo’n auto zou rijden DAN zou ik iemand zijn, dan zou ik aan God gelijk zijn.”
Maar wanneer je gaat praten met iemand met een Rolls Royce of iemand met een groot huis of een prachtig uiterlijk. Wanneer je gaat praten met een filmster of CEO van een grote multinational dan blijkt dat het gevoel dat er iets ontbreekt, het gevoel dat je niemand bent door het bezit van al die zaken niet weggaat. En daarom blijven ook superrijke mensen steeds maar op jacht naar nog meer geld. En blijven hele beroemde mensen steeds maar op zoek naar nog meer roem.

Wat is het mooi dat het verhaal van Adam en Eva en de slang zo vooraan in de bijbel staat. Het verhaal leert ons: denk niet dat je het gevoel van niets waardigheid en minderwaardigheid kunt laten verdwijnen door te geloven in de belofte van de reclame dat je door alles wat daarin aangeprezen wordt “godgelijk“ kunt worden, eindelijk “iemand” kunt worden.
Hoe kun je dan wel iemand worden?  Jezus heeft ons dat geleerd. Maar dan moet ik er meteen bij zeggen: Jezus heeft ons niet geleerd iemand te worden. Jezus heeft ons geleerd dat we al iemand zijn: zoons en dochters van God. Door zijn omgang met mensen liet Jezus zien dat we in de ogen van God oneindig kostbaar zijn. Hij kent ons bij name. Onze namen staan in zijn handpalm gegrift. Hij heeft ons lief.

Jezus ging liefdevol om met mensen die in de ogen van de samenleving niemand waren: mensen uit het gewone volk, kinderen, mensen die door iedereen werden veracht en zich daarom minderwaardig voelden. Maar Jezus sprak hen aan, keek ze liefdevol aan, noemde hun naam en liet ze voelen: je bent van oneindig grote waarde. Wanneer je dat werkelijk voelt heb je niet meer de behoeft om aan God gelijk te worden door al die producten van de reclame.

Wanneer ik mijn dochters naar bed bracht dan zong ik altijd een liedje voor ze. De woorden ervan spreek ik nu voor jullie uit:

Weet je dat je van waarde bent?

Weet je dat je een parel bent?

Een parel in God hand!

Amen.