Lezing: Johannes 20
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
Gemeente van Christus,
De bekende dichter Willem Barnard zei over het verhaal over de opwekking van Lazarus:
“Het is mij volstrekt onmogelijk om dit verhaal met mijn verstand te geloven maar het is mij tegelijkertijd volstrekt onmogelijk om het met mijn hart niet te geloven.”
Zo vergaat het mij ook: Met mijn verstand kan ik het niet geloven maar met mijn hart blijk ik het te geloven.
Ik constateer dat ik het geloof met mijn hart.
We zijn heel verschillend zoals we hier bij elkaar zijn:
Sommigen van u zullen zeggen:
“Ik geloof dat God almachtig is en het verhaal staat in de bijbel. Ik heb helemaal geen moeite om te geloven dat het zo gebeurd is.”
Anderen zullen zeggen:
“Een verhaal als dit voor waar moeten houden zou het geloven voor mij onmogelijk maken.”
We zijn heel verschillend zoals we hier bijeen zijn maar de Heilige Geest heeft ons samengebracht als gemeente, ons samengevoegd als broeders en zusters.
Laten we proberen de betekenis van het verhaal samen te verstaan afgezien van de vraag of we het verhaal nu wel of niet letterlijk nemen.
Het eerste dat we over het verhaal moeten zeggen is dat het geen wonderverhaal is. Dat klinkt wellicht wat vreemd maar het gaat in het verhaal niet om de wondermacht van Jezus.
We zijn geen leerlingen van Jezus omdat Hij wonderen deed, maar omdat we houden van de wijze waarop Hij omging met God en mens en omdat Hij doorzichtig was tot op God.
Het gaat in het verhaal niet om het wonder. De betekenis van het verhaal wordt duidelijk wanneer we het in het licht houden van drie verhalen die elders in de bijbel staan:
- Het verhaal over de opwekking van Jezus in Joh. 20
- Het verhaal over Mozes die het volk Israël roept
- Het verhaal over de roeping van Abraham
Eerst het verhaal over de opstanding van Jezus in Johannes 20:
In het verhaal over de opwekking van Lazares zien we een groot aantal overeenkomsten met het verhaal over de opwekking van Jezus.
– Zowel Jezus als Lazarus worden in een rotsgraf gelegd dat wordt afgesloten met een grote ronde steen die wordt weggerold.
– Zowel bij het graf van Jezus als bij het graf van Lazarus wordt heel wat heen en weer gerend. Wanneer Maria van Magdala ontdekt dat het graf van Jezus leeg is holt ze naar de leerlingen om dit nieuws te vertellen.
Petrus holt dan naar het graf om te kijken of dit waar is.
In het verhaal over Lazarus holt Maria naar Jezus en de klaagvrouwen hollen achter haar aan.
– In het verhaal over de opwekking van Jezus lezen we dat Maria de zweetdoek die Jezus om Zijn hoofd had en het linnen waarin Zijn lichaam gewikkeld was in het graf ziet liggen op de plaats waar Jezus lag. In het verhaal over Lazarus lezen we dat hij wanneer hij uit het graf komt gewandeld nog gewikkeld was in zweetdoek en linnen.
Kortom: er zijn veel overeenkomsten tussen de beide verhalen. Het verhaal van vanmorgen wijst vooruit naar het opstandingsverhaal en is zonder dit verhaal niet denkbaar.
Het tweede verhaal dat op de achtergrond meespeelt is het Exodus –verhaal, het verhaal over de uitocht uit Egypte.
Mozes krijgt van God de opdracht om naar het volk Israël te gaan en het te zeggen dat het uit het slavenland weg moet gaan naar het land van belofte.
Jezus gebiedt Lazarus in het verhaal van vanmorgen:
“Kom naar buiten! “In het Grieks begint het werkwoord “naar buiten komen” met “Ex”, dezelfde “Ex”als staat in “Exodus”.
Zoals het volk Israël uit het slavenland Egypte treedt, uit het land van de dood, zo is het naar buiten komen van Lazarus zijn uitocht, zijn
“Exodus” uit het land van de dood.
Het derde verhaal dat meeklinkt is het verhaal van de roeping van Abraham. Hij woonde in Ur der Chaldeeën. Daar geloofde men dat het lot van de volkeren en van de individuele mensen in de sterren geschreven stond. Dat lot stond vast: onafwendbaar, onveranderlijk. De mens was slaaf, willoos slachtoffer van zijn lot. En daarom zegt God tegen Abraham:
“Ga weg uit je land, uit je stam, uit je familie naar het land dat Ik je wijzen zal. Kom naar buiten. Verlaat dat land waar alles al muurvast ligt.”
In alle drie verhalen wordt een situatie geschetst waar een volk of mens muurvast zit: onvrij in een land waar het lot in de sterren geschreven staat, onvrij in slavernij, onvrij in de ketenen van de dood.
En drie keer klinkt het bevrijdende woord: “Kom naar buiten!” “Kom naar buiten, de vrijheid, het leven tegemoet!”
Bovendien is Lazarus, “de arme Lazarus”, het symbool voor de armen in onze wereld. Het symbool voor de onderdrukte, geknechte mens. Het symbool voor de mensen die als vliegen zijn doodgeslagen op de muur van de geschiedenis.
Lazarus dat zijn die jongens van 19, 20 jaar oud die sneuvelen in Oekraïne.
Lazarus dat zijn de kinderen in de sloppenwijken en vluchtelingenkampen wie lot al vastligt, die er niet op hoeven te rekenen dat ze ooit een menswardig bestaan op zullen kunnen bouwen.
Jezus zegt tegen Lazarus: “Kom naar buiten!” Hij zegt het tegen de kinderen in de sloppenwijken. Hij zegt het tegen de gesneuvelden op het slagveld.
In het verhaal van vanmorgen wordt ons voorgehouden dat het onmogelijke mogelijk is.
Wij zijn geneigd om te zeggen:
“Oorlogen zijn er altijd geweest en zullen er altijd blijven. Armoede onoplosbaar! Milieuvervuiling:
Onvermijdelijk! En: dood is dood. Hiertegen in opstand komen lijkt onrealistisch en naïef.
Het is zo verleidelijk om te wanhopen. Want de zekerheid van wanhoop geeft meer rust dan de onzekerheid van de hoop.
Het evangelie roept ons op om niet te wanhopen om in opstand te komen tegen de wanhoop en vast te blijven houden aan de hoop die in ons leeft.
De hoop dat verlossing mogelijk is. Verlossing van oorlog, armoede, ziekte en dood. Verlossing van alle mensen. Verlossing van hen die nu leven. Verlossing van hen die al gestorven zijn. En verlossing van hen die nog geboren moeten worden. Zij allen zullen leven.
Alle lijden zal worden weggenomen en allen die lijden zullen worden verlost.
Alle leed dat geleden is kan nooit meer ongedaan worden gemaakt. Het kan nooit goedgepraat worden. Het kan nooit gerechtvaardigd worden. Maar God zal er iets mee doen waardoor het, hoe weten we niet, zal worden verlost.
“Onmogelijk!”, zeggen we in het graf van onze wanhoop.
“Kom naar buiten!”, zegt Jezus ons: “Wandel in het licht!”
Amen