Lezing: Psalm 128
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
Gemeente van Christus,
Bij de voorbereiding van deze dienst gaven Lucas en Wilma te kennen dat ze het fijn zouden vinden wanneer psalm 128 gelezen zou worden. In het verleden werd deze psalm vaker gebruikt in huwelijksdiensten. Dat is begrijpelijk wanneer je de inhoud van de psalm op je laat inwerken.
De psalm roept een beeld op van een gelukkig gezin. Man en vrouw zitten aan tafel met een grote schare kinderen (zoveel als druiven aan een tros). En de kinderen zijn jong en sterk. Daar droomt ieder jong bruidspaar van. Deze droom werd in huwelijksdiensten onder woorden gebracht.
Nu lijkt de psalmist te suggereren dat een gelukkig gezin Gods beloning is van goed gedrag:
“De Heer maakt goede mensen gelukkig. Gelukkig ben je als je trouw bent aan de Heer, als je leeft volgens zijn wetten. Dan geniet je van alles waarvoor je gewerkt hebt. Het zal goed met je gaan en je zult gelukkig zijn. “
Het lijkt alsof de psalmist zegt dat God goede mensen beloont met een gelukkig gezin. En daaruit zouden we dan moeten concluderen dat wanneer je geen gelukkig huwelijk hebt dat gezegend is met kinderen je geen goed mens zou zijn.
Maar zo moeten we deze psalm niet lezen! God is geen God die het goede beloont en het kwade straft. Denk aan de gelijkenis van de verloren zoon: De oudste zoon wordt niet beloond en de jongste zoon wordt niet bestraft. De Vader houdt van beide zoons om wie ze zijn en niet om wat ze doen.
Wat bedoelt de psalmschrijver dan wel? Hij schrijft :
“Gelukkig ben je als je trouw bent aan de Heer, als je leeft volgens zijn wetten. “
Hij schrijft: “Gelukkig BEN je als je trouw bent aan de Heer en leeft volgens zijn wetten. “En, ik heb het wel vaker gezegd, het woord “wetten” associëren wij met wetboeken, met wetsartikelen, met het wetboek van strafrecht. Maar dat klopt niet. Met “wetten “worden richtingwijzers bedoeld. Richtingwijzers die de weg wijzen naar een vreugdevol en gelukkig leven.
Dat is de boodschap die in het verleden aan jonge bruidsparen werd meegegeven: “Volg op jullie levenspad de richtingwijzers die God daar heeft neergezet, dan loop je in de richting van een gelukkig leven.”
God beloont het goede niet. Hij straft het kwade niet. Hij wijst de richting aan waarin een leven van geluk te vinden is. In het verleden hebben predikanten door het lezen van deze psalm en door te spreken over deze psalm jonge bruidsparen richting willen wijzen waarin zij geluk zouden kunnen vinden.
Lucas en Wilma zijn geen jong bruidspaar. Een paar weken geleden hebben ze hun veertig jarig huwelijksjubileum gevierd. Voor de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben ze veertig jaar gleden hun ja woord aan elkaar gegeven. Maar omdat Wilma niet uit een kerkelijk nest kwam zijn ze toen niet in de kerk getrouwd.
Maar in de loop van de tijd is Wilma tot geloof gekomen. Vorig jaar is ze gedoopt en heeft ze openbare belijdenis van haar geloof gedaan. Vandaag willen ze hun dankbaarheid uitspreken over alles wat ze in de afgelopen veertig jaar ontvangen mochten en een zegen vragen over de hopelijk vele jaren die ze samen nog zullen gaan.
Maar wat houdt dat eigenlijk in? Waar vraag je om wanneer je bidt om Gods zegen over je huwelijk? Waar vraag je om wanneer je bidt om een zegen over het eten of over het werk dat je doet?
In allerlei uitdrukkingen zit het woord zegen. Bijvoorbeeld: “Mijn zegen heb je!” Dat betekent van mij mag je. Ik ga akkoord. Of: “Op hoop van zegen.” Dat wil zeggen: we proberen het gewoon en we zien wel hoe ver we komen. Of: “Hierop rust geen zegen.” Dat betekent: laten we er maar mee stoppen want het gaat niet lukken.
En iemand met een goede baan, een mooi huis, een leuke partner en gezonde kinderen kan zeggen: “Ik ben rijk gezegend! “Maar iemand die deze rijkdom niet heeft zou zich dan kunnen afvragen: “Zegent God mij dan niet? “En hij of zij zou daar verdrietig en boos en opstandig van kunnen worden. Iedereen mag toch gelukkig zijn?
De zegen van God wordt niet zichtbaar in de uiterlijke omstandigheden van iemands leven. De zegen van God wordt niet zichtbaar in bezit, in een partner, in kinderen, in een huis of in een carrière. En de afwezigheid van al deze zaken is geen teken van niet-gezegend zijn.
De zegen van God kan er zijn in tijden van voorspoed en in tijden van tegenspoed, in tijden van gezondheid en in tijden van ziekte, in tijden van leven en in tijden van dood.
Wat is dan die zegen van God? De zegen van God is zijn aanwezigheid. En die aanwezigheid kan duidelijk worden in het beeld van een schilderij. Stel u het leven voor als een schilderij, dan is Gods aanwezigheid als de lijst om het schilderij. Gods zegen is de lijst om je leven. Het kader waarin je leven staat. Het raamwerk van de lijst brengt het doek van het schilderij op spanning. Zo brengt de aanwezigheid van God ons leven op spanning.
Nu is de aanwezigheid van God niet zo maar zichtbaar en aanwijsbaar. We geloven dat God altijd aanwezig is maar we voelen die aanwezigheid niet altijd. Bij een schilderij trekt de lijst, als het goed is, geen aandacht. Maar zonder lijst gaat het doek slaphangen. Zo zou het doek van ons leven zonder de aanwezigheid van God ook slap gaan hangen.
De afwezigheid van God kun je vergelijken met de afwezigheid van een liefdespartner in het leven van iemand die heel succesvol is. Hij heeft een carrière, een huis, een mooie auto, verre vakanties maar hij mist iets. Hij kan zijn rijkdom niet delen. En rijkdom die niet gedeeld kan worden maakt niet gelukkig. Een partner zou een wereld van verschil maken.
En zo is het ook met de aanwezigheid van God. Al hebben we alles in ons leven wat ons hartje begeert, zonder de aanwezigheid van God, geeft het ons geen voldoening. Het hart, de kern, de grond van het leven mist. Dat wat het leven op spanning brengt mist.
En daar tegenover staat dat we ook al leven we niet in rijkdom, ook al hebben we geen partner of kinderen, de aanwezigheid van God ons leven toch vol en rijk kan maken.
God is het licht, het leven, de liefde. God is de bron van ons leven. Zijn aanwezigheid brengt ons leven op spanning. Zijn aanwezigheid brengt samenhang, geborgenheid, avontuur, harmonie.
Lucas en Wilma wilden vandaag dat psalm 128 gelezen zou worden omdat ze met deze psalm uitdrukking wilden geven aan hun dankbaarheid voor alles wat zij in de afgelopen veertig jaar mochten ontvangen.
“Het was niet altijd gemakkelijk”, zeiden ze. “Wanneer je begint, ben je eigenlijk vreemden voor elkaar.” Wilma is een open boek. Zij is welbespraakt en heeft het hart op de tong. Lucas vond het moeilijker om te delen wat er in hem omging. Maar door de jaren heen is hij steeds opener geworden. Lucas is een bloem. Wilma is de zon. In het licht van de zon van Wilma is Lucas als een bloem open gebloeid. Wilma is voor hem de zon. En Lucas is voor Wilma een bloem. Een prachtige bloem die zij met haar stralen heel graag kust.
“Het was niet altijd gemakkelijk” zeiden Lucas en Wilma maar God was erbij en we zijn dankbaar voor elkaar en voor de kinderen en kleinkinderen die we hebben gekregen.
Wilma en Lucas, de veertig jaren die achter jullie liggen waren gezegende jaren. Gezegend omdat God erbij was en jullie Hem herkend en ervaren hebben. God zij dank daarvoor.
Vandaag vragen jullie God om een zegen over jullie huwelijk. Vandaag vragen jullie God om ook in de toekomst aanwezig te zijn.
God zij met jullie!
Amen