Lezingen: Jesaja 42 en Titus 3
Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Gemeente van Christus,

Paulus schrijft in zijn brief aan Titus:
“Herinner allen eraan dat ze overheid en gezag moeten erkennen en gehoorzaam moeten zijn…” Titus 3: 1

Door mensen die studie hebben gemaakt van het N.T en de cultuur waarin de brieven van Paulus geschreven werden, wordt gediscussieerd over de vraag waarom Paulus oproept tot gehoorzaamheid aan de overheid. Waarschijnlijk is het zo dat die eerste christenen na verloop van tijd wat zweverig begonnen te worden. Ze waren zo vol van het evangelie en van de hoop op de spoedige komst van het Koninkrijk van God en zo vol van de Heilige Geest, dat ze weg zweefden uit het aardse leven.

Wanneer het Rijk van God ieder moment kan aanbreken dan is een overheid niet meer nodig. En wanneer je je helemaal laat leiden door de Heilige Geest hoef je wetten niet meer te gehoorzamen. Door op te roepen tot gehoorzaamheid aan de overheid grijpt Paulus de wegzwevende mensen bij de enkels en zet hij ze weer met beide benen op de grond. Het gaat in het evangelie niet om het leven in de hemel of om het leven in rijk van God dat na de geschiedenis zou aanbreken. Het gaat in het evangelie om het leven op aarde. Hier en nu wil het worden geleefd. Jezus wees ons de weg op aarde. Wij worden geroepen Hem na te volgen. Wij worden geroepen in zijn voetstappen te lopen. En die voetstappen zette Hij op aarde.

De oproep van Paulus om de overheid te gehoorzamen heeft in de kerkgeschiedenis telkens opnieuw aanleiding gegeven tot de vraag hoever die gehoorzaamheid gaat. Het antwoord was dikwijls: “Je moet de overheid gehoorzamen maar je moet God meer gehoorzamen dan de overheid. Wanneer de overheid iets van je vraagt dat tegen de wil van God ingaat dan mag je dat weigeren.”
Een voorbeeld daarvan in de recente geschiedenis waar uzelf wellicht nog wel ervaring mee hebt opgedaan is de militaire dienstplicht. Op grond van gewetensbezwaren weigerden jonge mannen de dienst in te gaan. En gelukkig had onze overheid daar begrip voor. Paulus riep waarschijnlijk ook op tot gehoorzaamheid aan de overheid omdat hij de overheid zag als een institutie die door God Zelf was ingesteld. Zonder overheid die een maatschappelijke orde aanbrengt en deze bewaakt en opkomt voor het algemeen belang en recht en gerechtigheid, zou de samenleving een chaos worden. Dit kunnen wij in onze tijd nog meevoelen.

Nog niet eerder heb ik als predikant gesproken over dit onderwerp. Het leek niet nodig. Maar nu leven we in een tijd waarin gehoorzaamheid aan de overheid niet meer vanzelfsprekend is. Ondanks een vuurwerkverbod steken mensen toch massaal vuurwerk af. Ondanks een demonstratieverbod gaan mensen toch demonstreren. In sommige delen van de samenleving heerst er zelfs wantrouwen tegenover de overheid. Waar komt dat wantrouwen vandaan? Het beleid dat de overheid voerde en voert rond de afhandeling van de schadeclaims in Groningen. De onrechtvaardige behandeling van slachtoffers van de toeslagenaffaire. De wijze waarop de overheid de boeren regels oplegt om de stikstof uitstoot te beperken. Deze zaken worden genoemd als verklaring van het wantrouwen tegenover de overheid. En hierbij kunnen we meen ik ook denken aan de armoede waarin vele mensen in achterstandswijken moeten leven. Het wantrouwen en het gevoel achtergesteld te worden en onrechtvaardig behandeld te worden, dikwijls terecht, soms onterecht, roept grote boosheid op. Boosheid die we telkens terugzien in de journaals waar mensen hun woede uiten in demonstraties.

Het is denk ik niet toevallig dat Paulus in zijn brief aan Titus de oproep tot gehoorzaamheid aan de overheid direct laat volgen door een oproep vredelievend en vriendelijk te zijn:“Herinner allen eraan dat ze overheid en gezag moeten erkennen en gehoorzaam moeten zijn, bereid om altijd het goede te doen, dat ze van niemand mogen kwaadspreken, vredelievend en vriendelijk moeten zijn en zich tegenover iedereen zachtmoedig moeten gedragen.”
Begrijpt u mij goed. Mijn preek is geen pleidooi om mensen die onrecht wordt aangedaan de mond te snoeren. Wanneer je onrecht wordt aangedaan dan is je kwaadheid een rechtvaardige kwaadheid die er mag zijn, die geuit mag worden, die geuit moet worden en waarop gereageerd moet worden door herstel van recht.
Mijn preek komt voort uit bezorgdheid. Al jarenlang beïnvloedt de boosheid van de Amerikaanse Republikeinen o.l.v. Donald Trump ook onze samenleving. De boosheid die in de V.S. het leven beheerst dringt ook door in onze samenleving. In Amerika werd de strijd tussen Republikeinen en Democraten eerst vooral in de politiek gevoerd maar deze week las ik in Trouw dat de strijd zich nu verplaatst naar de scholen. Republikeinse ouders willen niet meer dat leraren zich uitspreken tegen racisme. Daarom proberen ze Republikeinse schoolbesturen te vormen die vervolgens de leraren hun wil kunnen opleggen. Zo ontstaat er steeds meer boosheid en twist. In Nederland moeten we het niet zover laten komen. We moeten onszelf niet in de greep van dit soort boosheid laten komen. Boosheid die gemakkelijk de kop opsteekt wanneer we spreken over wel of niet vaccineren, wel of geen lock-down, wel of geen corona pas, wel of geen maatregelen tegen klimaatopwarming, wel of geen verhoging van uitkeringen of het minimumloon.

In dit verband zijn de woorden van Paulus actueel voor ons:
“Herinner allen eraan dat ze van niemand kwaad mogen spreken, vredelievend en vriendelijk moeten zijn en zich tegenover iedereen zachtmoedig moeten gedragen.”

Op deze zondag lezen we jaarlijks het verhaal over de doop van Jezus. Nadat Jezus ondergedompeld was in het water van de Jordaan en weer uit het water oprees, klonk een Stem uit de hemel: “Deze is Mijn Zoon, Mijn geliefde.”  Jezus werd ons door God aangewezen als lichtend voorbeeld. In Jesaja 42 wordt duidelijk gemaakt hoe Hij een lichtend voorbeeld is. God zegt daar:
“Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen,
Hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde
Ik heb hem met mijn Geest vervuld.
Hij zal alle volken het recht doen kennen.
Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet,
Hij roept niet luidkeels in het openbaar;
Het geknakte riet breekt hij niet af,
De kwijnende vlam zal hij niet doven.
Het recht zal hij zuiver doen kennen.
Ongebroken en vol vuur
Zal hij het recht op aarde vestigen
De eilanden zien naar zijn onderricht uit.”

Het is met deze inhoud dat Jezus als lichtend voorbeeld voor de mensheid wordt gesteld. Hij rijst op boven de wereld als het standbeeld van Jezus boven Rio de Janeiro. Wanneer mensen spreken over politiek dan zouden ze voortdurend het beeld van Jezus voor ogen moeten houden. Zijn zachtmoedigheid, Zijn vriendelijkheid: “Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet, hij roept niet luidkeels in het openbaar.. “Maar hoe vriendelijk en zachtmoedig ook: “Het recht zal hij zuiver doen kennen. Ongebroken en vol vuur zal hij recht op aarde vestigen.” “Hier is mijn dienaar, hem zal ik steunen, hij is mijn uitverkorene in hem vind ik vreugde. Ik heb hem met mijn Geest vervuld. Alle volken zal hij het recht doen kennen. “

We zouden een beeld van Jezus moeten bouwen dat zo groot is dat het in heel Nederland te zien zou zijn. En wanneer we dan spreken over onderwerpen die de gemoederen gemakkelijk kunnen verhitten, dan kunnen we naar het beeld kijken en even kalmeren.

Oprechte boosheid en woede is menselijk en niet erg. Het mag er zijn. Boosheid en zachtmoedigheid sluiten elkaar niet uit. Maar laten we er voor waken dat we een samenleving creëren die vergiftigd wordt door boosheid zoals dat in de V.S. het geval is.

Moge het lichtend voorbeeld van Jezus ons hierbij helpen!

Amen.