Overdenking                   02-01-2022                     Oosterkerk

Lezing: Jesaja 60, 1-6     Mattheüs 2, 1-12
Voorganger: mevr. Rieke van Dijk-Veenstra

Lieve mensen van God, gemeente van Jezus Christus,

Een nieuw jaar ligt voor ons.
Hoe zal het worden?
Welke weg zullen we gaan?
Kunnen we zelf kiezen hoe we dit jaar gaan invullen?
Voor een groot deel niet.
Wij zitten hier in een praktisch lege kerk en kunnen elkaar vanmorgen hier niet ontmoeten om elkaar een Goed Nieuwjaar toe te wensen.
We weten nu maar al te goed dat er soms niet veel te kiezen valt.
Veel dingen overkomen je, daar heb je geen zeggenschap over.
Maar toch………..binnen dat wat je overkomt, kun je nog heel wat kiezen en sturen.

Dat leert ons het verhaal van Matteüs vandaag.
Over de drie koningen, de Godzoekers.
Wat voor mensen zijn het?
We weten niet zoveel van deze magiërs.
Maar in hun kostbare geschenken – goud, wierook en mirre – proef je de Koninklijke status.
Anders zouden ze in Jeruzalem ook niet zomaar het hof van Herodus binnen hebben kunnen lopen.
En de woorden van Jesaja en Psalm 72 klinken er in door.
De volken zullen optrekken naar Jeruzalem en hun geschenken brengen aan de zoon van David.
Het is dus allerminst vreemd om deze magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan te treffen.
Maar we weten niet echt veel van ze.
Waar ze vandaan komen……..
Met hoeveel ze waren en hoe ze werkelijk heten……..
Zijn het koningen?
Dat zegt Matteüs in elk geval niet.
Magiërs is het woord dat hij gebruikt.
Magiërs, wetenschappers, die de sterren bestuderen.
Zelf noem ik ze het liefst de drie wijzen uit het Oosten.
Zoals de oude Statenvertaling het vertaalt.
Wijsheid is altijd een houding van openheid.
Wijsheid groeit waar mensen door een nieuwe ervaring onrustig worden en op zoek gaan naar antwoorden.
Matteüs voert deze drie wijzen op als de eerste Godzoekers,
de eerste zoekers naar de Godsgezant.
Met het goud dat verwijst naar Jezus als koning,
Met wierook dat wijst op zijn goddelijke afkomst.
En de mirre, de zalving, wijst vooruit naar zijn dood en begrafenis.
Het leven van het kind van Bethlehem – zijn oorsprong en zijn bestemming.
Deze wijzen uit het oosten: het zijn vreemdelingen,
mensen van buitenaf, maar toch….
Ver staan ze niet van ons af.
Zij zijn mensen als wij, op zoek naar houvast, richting, naar oriëntatie.
Misschien wel op zoek naar nieuwe wegen.
Doet het niet denken aan onze eigen levensreis?
Wanneer je een nieuw jaar ingaat, sta je daar extra bij stil.
Wat laat ik achter me……
Waar zal de weg me dit jaar brengen?…..
Welke kant moet het op…..  met mijn leven?
Hoe moet het verder met die verwarrende wereld waarin wij leven?
Met corona, onzekerheid, groepen die tegen elkaar opstaan.
Wat of wie wijst ons de weg vandaag in alles wat op ons af komt?
En natuurlijk zul je ook in 2022 twijfelen, moedeloos worden, omwegen maken en vergissingen.
Dat is nu eenmaal zo.
Maar misschien zijn dat juist wel nieuwe kansen voor nieuwe vragen en nieuwe wegen.
Kijk naar de drie wijzen.
Zeker zullen ze onderweg gedacht hebben: wat zijn we aan het doen?
Vanwege een nieuwe ster alles achter je laten en je leven op het spel zetten,
een zoektocht vol gevaren en ongewisse resultaten.
Maar ze gingen door.
En ze hebben werkelijk een vermoeden waar ze het zoeken moeten.
Want ze hebben een ster gezien.
Een koningsster.
En zij hebben de moed om hun wereld van wetenschap en denken achter zich te laten.
Mét, ik zei het al, een vermoeden van een heel ander leven.
Misschien het vermoeden van een God, een macht, die groter, anders is dan het lot.
En zo verbindt Matteüs dit verhaal aan het verhaal van Jesaja: die grote droom van heil en zegen.
De profeet Jesaja spreekt over het stralende licht dat gaat schijnen over de donkerheid van de aarde.
Hij vertelt ons van vreemdelingen die zich laten leiden door dat licht.
En juist daarom is het zo goed vandaag met deze wijzen mee op weg te gaan.
Als je grenzen overgaat en het onbekende wilt ingaan, moet je openstaan en leren loslaten….
En weer proberen verder te gaan.
En dat is soms best moeilijk.
Ik ben me er van bewust dat dit soms jaren kan duren….
Bijvoorbeeld als je een geliefde hebt verloren, of een relatie is verbroken, als je je baan kwijt bent.
Zo kan er veel zijn op onze levensreis, waaruit we moeten opbreken en onze weg moeten zoeken.
En dan kan het zo maar gebeuren dat je de verkeerde kant op gaat.
Immers, we horen dat de wijzen in plaats van in Bethlehem in Jeruzalem aankomen.
Het scheelt maar een paar kilometers, maar het scheelt intussen wel een hele wereld.
Want in Jeruzalem heerst die andere koning: Herodes.
En het lijkt me belangrijk te horen dat ze daar eerst aankomen.
Je kunt daar kennelijk niet om heen.
Op je zoektocht bots je daar altijd een keer tegen aan.
Herodes, we kennen hem in wezen zo goed.
Herodes, bijgenaamd de Grote.
De geschiedenisboekjes vertellen het ons: hij was de man die uit angst voor concurrentie bijna zijn hele familie liet ombrengen.
En we weten dat Matteüs straks vertelt hoe hij alle kinderen tot twee jaar laat vermoorden.
Deze Herodes schrikt nergens voor terug.
Bij dit alles speelt angst een grote rol.
Bang als hij is dat zijn positie op het spel staat.
Bang dat een ander hem zal overvleugelen.
Is hij goed beschouwd ook niet het bange mensje dat we zelf vaak zijn?
Misschien herkennen we wel iets van ons zelf in Herodes.
Bang vooral dat je zelf te kort komt.
Hoe vaak laten we ons niet leiden door dat soort angst?
Angst voor de ander. De ander als concurrent.
Angst voor de radicalisering in de maatschappij.
Angst voor het toenemende geweld in de wereld.
Angst voor alle vluchtelingen die ons land binnen komen.
De wereld stond niet en staat niet te wachten op de naam van Jezus, op zijn boodschap van Heil en vrede.
Nou ja, de wereld voor zover die wordt vertegenwoordigd door mensen als Herodes.
De wereld van de machthebbers en de wereld van het grote geld, de mensen die zo graag de baas willen spelen.
Het is wel duidelijk, hier moeten de magiërs niet zijn.
We horen hoe de Schriften er aan te pas moet komen om de weg verder te wijzen.
Want Herodes, geschrokken als hij is, roept alle hogepriesters en schriftgeleerden bij elkaar.
En deze vertegenwoordigers van het geloof kunnen precies vertellen welke kant de wijzen op moeten gaan.
Maar zelf blijven ze zitten.
Zelf komen ze niet in beweging.
Ze gaan niet mee naar Bethlehem.
Het kan dus zomaar gebeuren dat je de tekens niet verstaat en niet op weg gaat.
En de wijzen?
Ze staan weer buiten in de nacht.
Maar dan komt het verrassende: ineens zien ze weer die ster.
Ik vind dat prachtig zoals dat verteld wordt.
Het staat er heel nuchter: toen ze de koning hadden aangehoord, gingen ze weer op weg…
Maar waar naartoe nu eigenlijk?
Soms weet je als mens helemaal niet meer wat je moet geloven en welke kant het op moet.
Maar dan is er opeens weer die ster.
Want zo staat het er:
De ster die ze hadden gezien, ging voor hen uit, tot boven de plek waar het kind was.
Hun zoeken, het is niet voor niets.
Heel hun zoektocht, uiteindelijk leidt die ergens toe.
Naar dat kind.
Het kind, dat later het “Licht van de wereld’ genoemd zal worden.
Het zijn niet alleen de grootmachten die het voor het zeggen hebben.
Naast Herodes, maar meer nog tegenover hem, wordt verteld van een ander koningschap.
Want daar draait natuurlijk het hele verhaal om, dat we daar uitkomen:
Bij die andere koning, niet bijgenaamd de Grote, maar het kleine kind.
Een koning zo klein en weerloos als een kind.
Maar dat maakt hem straks wel slachtoffer te midden van de slachtoffers.
Al snel, straks, een vluchtelingenkind.
En uiteindelijk een uitgerangeerde, een Gekruisigde.
Messias wordt hij genoemd: God redt.
Er is een God die naar ons omziet, de stille kracht van de kwetsbare liefde,
de macht van de menselijkheid.
Dát licht is de wijzen opgegaan.
Zij gaan door de knieën en aanbidden dit kind.
Aanbidden betekent dat ze iets zien van Gods aanwezigheid in die ster en in dit kind.
En we horen, heel mooi, dat ze langs een andere weg naar huis terug keren,
Een andere weg, om Herodes heen…
Een weg, hoe moeilijk ook, kennelijk ook voor ons mensen toch begaanbaar is.
Wat er anders is geworden in hun leven?
We horen er verder niets van, want de wijzen verdwijnen voorgoed uit beeld.
Maar er is hun- dat is zeker- in elk geval een licht opgegaan.

Durven ook wij zo op reis te gaan, op zoek naar dat licht?
Als een bron van kracht en moed en geloof.
Wetend dat God met je zal zijn op de weg die je gaat.
Ook al snap je niets van de diepe dalen die er soms zijn, van je dwalen, je verdriet of twijfel……..
Wat kunnen mensen om je heen dan belangrijk zijn.
Mensen, die je moed geven, die je bijstaan, die je troosten, die je een por in de rug geven,
eten en drinken onderweg en je geestelijk begeleiden.
Een nieuw jaar ligt voor ons.
Een heel jaar om op weg te gaan, samen als gemeente.
Gelovend in dat licht.
Dat ons is gegeven met de eerste dag toen God riep: Er zij licht.
Een God-Stem die tegen duisternis, verdriet en dood in
‘Licht’ roept, levenslicht, overlevingslicht.
Waarvan we straks ook zullen zingen (Lied 500)

Uit uw verborgenheid,
voorbij aan onze grenzen
straalt lichte eeuwigheid
als daglicht voor de mensen

 

Dat we in dat licht mogen blijven geloven.
Ons er door laten inspireren.
Juist in deze tijd van corona.
Een nieuwe toekomst tegemoet.
Maar wel samen, elkaar tot steun,
een luisterend oor, een arm om je heen.
Elkaar tot bondgenoot.
Op een weg naar leven met uitzicht.
En daarbij wens ik ons allen Gods heil en zegen toe.
Amen.