Lezingen: Deuteronomium 13: 2-6, Marcus 9: 30-37
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
“ Ze zwegen, want ze hadden onderweg getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste was. “ Mc.9:34
“ Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar. “ Mc.9:35
Gemeente van Christus,
In een kippenhok is er altijd sprake van een pikorde. Er zijn altijd een paar kippen die bij de voer- en drinkbakken voor aanstaan en graankorrels wegpikken voor de snavel van kippen die lager in de rangorde staan.
Ook bij andere diersoorten is er dikwijls sprake van een rangorde. Wie wel eens in de Apenheul in Apeldoorn geweest is, weet dat die reusachtige mensaap Bongo, bovenaan de rangorde van de mensapen staat. Een grote imposante mannetjesaap. Hij toont zijn dominantie door zijn overheersende gedrag.
Er zijn van die dominante mannetjesapen die “zilverruggen “worden genoemd. Ze hebben een zilverkleur op hun rug. Daarmee tonen ze hoge positie in de rangorde.
Men zegt wel eens dat dat de voorkeur van mannen voor mooie zilverkleurige auto’s op het zelfde principe berust.
Waarom leven dieren in groepen met rangordes ? Dat is omdat dit ze op deze wijze als groep te overleven. God heeft het ingeschapen zou je kunnen zeggen.
Over de wijze waarop God geschapen heeft is al heel veel gedacht en gesproken. Heeft God mens en dier geschapen zoals ze nu zijn of zijn mens en dier geworden zoals ze zijn in een lang ontwikkelingsproces van miljarden jaren die evolutie wordt genoemd ?
Een meisje van een jaar of zes met een filosofische instelling vroeg zich op een bepaald moment opeens verwonderd af: “ Waar komen mensen eigenlijk vandaan ? “ Ze ging met deze vraag naar haar niet-gelovige vader. “ De mens stamt af van de apen. “ antwoordde hij. Het meisje vond het nogal een vreemd antwoord. Daarom ging ze met deze vraag ook naar haar moeder. “ De mens is door God geschapen “ antwoordde de moeder “ we stammen af van Adam en Eva. “ “ Maar papa zegt dat we van de apen afstammen ! “ riep het meisje uit. “ Hoe zit het nu? “ “ Oh, heel eenvoudig “antwoordde de moeder “ de familie van papa stamt van de apen af en mijn familie van Adam en Eva. “
Inmiddels hebben we denk ik wel geleerd dat schepping en evolutie elkaar niet uitsluiten maar Gods schept doorheen een proces van evolutie.
Vijftien miljard jaar geleden liet God een oerknal ontstaan.
Eerst was er alleen materie : rotsen, stenen die geen vrijheid kennen. Ze kunnen zich niet bewegen. Ze kunnen zich niet verplaatsen. Ze kunnen alleen bewogen worden of verplaats worden.
Daarna ontwikkeld zich in een lang proces plantaardig leven. Bloemen, kruiden, struiken, bomen. Ten opzichte van rotsen en stenen heeft het plantaardige leven een grotere vrijheid. Bloemen kunnen zichzelf niet verplaatsen maar ze kunnen hun kopje wel bewegen in de richting van de zon en hun blaadjes openen en sluiten.
Ten derde ontwikkelde zich het dierlijke leven. Ten opzichte van het plantenrijk hebben dieren weer een grotere vrijheid. Zij kunnen zich bewegen en verplaatsen. Ze kunnen besluiten te vechten of te vluchten. Binnen hun instinct hebben ze een beperkte vrijheid.
Mensen zijn de meest vrije wezens die we kennen. We kunnen ons bewegen we kunnen ons verplaatsen. En heel bijzonder: we kunnen keuzes maken die tegen onze instincten ingaan. Wanneer er een kind in een brandend huis is dan kunnen wij besluiten om het brandende huis binnen te gaan om het kind te redden. Een dier kan dat niet.
Ik zei zo net: “Mensen zijn de meest vrije wezens die we kennen. “ Maar ik ken er nog één die nog vrijer is. Daar kom ik zo meteen op.
Als het zo is dat God planten, dieren en mensen niet in één vingerknip kant en klaar geschapen heeft maar dat doorheen een lang evolutieproces heeft gedaan, dan betekent dit dat er in ons nog resten aanwezig zijn van dat ontwikkelingsproces.
En dat zien we in het verhaal van vanmorgen. Op weg naar Kafarnaüm maken de leerlingen van Jezus ruzie over de vraag wie van hen de belangrijkste was. “Kinderachtig !“ denk je. “Onvolwassen ! “ “Onchristelijk ! “ We zijn meteen geneigd er een negatief oordeel over te geven.
Maar wanneer het nu zo is dat God doorheen de evolutie geschapen heeft. En wanneer het nu zo is dat er nog resten van die ontwikkeling in ons DNA aanwezig is, dan kun je begrijpen dat het denken in een pikorde, in een sociale rang orde, die dieren helpt om te overleven , ook in ons aanwezig is. Dat we ons afvragen wie hoog en wie laag in de sociale rangorde staat, dat we graag hoog in de rangorde willen staan, dat is niet kinderachtig of zondig, dat is een overblijfsel van een ontwikkelingsproces. En het bijzondere van Jezus is dat hij ons hiermee om leert gaan. En Jezus kan dat omdat Hij ons in het ontwikkelingsproces een stap voor is.
Jezus zegt tegen zijn leerlingen: “ Wie de belangrijkste wil zijn, moet de minste van allemaal willen zijn en ieders dienaar. “ Jezus maakt duidelijk dat er voor ons vrijheid mogelijk is. Ons instinct zegt ons dat we een zo hoog mogelijke plek in de sociale rangorde moeten zien te bemachtigen. Jezus leert ons door de beperking van ons instinct heen te zien. Jezus wil ons bevrijden van de enorme last van het denken en voelen in hoog en laag.
En Jezus kon hierin onze leraar worden dankzij hetgeen hij beleefde bij zijn doop in de Jordaan. Johannes duwde Hem achterover in het water. Jezus ging kopje onder. En toen hij weer uit het water omhoog rees zag hij hoe de hemel boven Hem openscheurde, er een vurige duif uit de hemel op Hem neerdaalde en er een Stem uit de hemel klonk: “ Jij bent mijn geliefde Zoon . Je bent de vreugde van Mijn leven ! “
Die woorden van God drongen diep door in het hart en de ziel van Jezus. Hij voelde zich oneindig bemind . Zijn hart werd verwarmd door deze liefde. Zij ziel verlicht. Hij wist en voelde: “ Ik ben kostbaar in Gods ogen. “
Op dat moment werd Jezus bevrijd van het denken in hoge en lage positie in de sociale rangorde. Hij wist Zich een kind van God te zijn. Hoog en laag binnen de sociale rangorde vallen dan weg. Als Hij “ Zoon van God “ is dan zijn alle mensen kinderen van God, broeders en zusters, allemaal aan elkaar gelijk.
Gemeente, wanneer u bij uzelf opmerkt dat u bezig bent met uw positie in de sociale rangorde schrik daar dan niet van. Glimlach wanneer u het bij u zelf opmerkt. Weet dat het geen zonde is maar een overblijfsel van het ontwikkelingsproces waardoorheen God schept. En denk dan aan de woorden van die Jezus bij zijn doop hoorde “ Jij bent Mijn geliefde kind. “ God spreekt ze ook tot u.
Aan het begin van de preek zei ik dat de mens van alle schepselen de hoogste vrijheid mag genieten. De mens is vrijer dan rotsen, planten en dieren. Er is er één die nog vrijer is: Jezus Christus onze Heer. En wij mogen worden zoals Hij : helemaal vrij !
Amen