Lezing Exodus 16, 1-5 en 13-25

Johannes 6, 1-15

Voorganger: ds. Dick van der Vaart

Gemeente van Christus,

Het verhaal over de wonderbaarlijke spijsvermenigvuldiging wordt voorafgegaan door de mededeling dat het zich afspeelde kort voor het Joodse Pesach feest en aan het eind van het verhaal horen we dat men Jezus wilde dwingen om mee te gaan omdat ze Hem tot koning wilden uitroepen. Maar Jezus wilde dat niet. Daarom trok hij zich terug op de berg, alleen.

Op het Joodse Pesach feest werd de bevrijding uit de slavernij uit Egypte gevierd. Het volk werd door God gered uit de macht van de Farao. In Jezus’ tijd leefde men onder de bezetting van de Romeinen. Het is daarom begrijpelijk dat rond het Joodse Pesach de hoop op bevrijding uit de macht van de keizer van Rome extra ging leven onder het joodse volk. De keizer wist dit en zorgde rond het paasfeest altijd voor extra Romeinse soldaten in Jeruzalem.

En hoewel het Jezus’ bedoeling niet was leefde bij vele joden de hoop dat Jezus degene zou zijn die hen door middel van een gewapende opstand van de Romeinen zou bevrijden.

Maar Jezus heeft meerdere malen duidelijk gemaakt dat dit niet Zijn bedoeling was. “Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld “zei Hij. Maar deze uitspraak moet niet worden misverstaan. Jezus bedoelt niet te zeggen dat Zijn Koninkrijk er alleen is voor in de hemel. Jezus’ boodschap is wel degelijk gericht op het leven op aarde. Maar Jezus wil geen wereldlijke macht, geen politieke macht. Hij wil geen macht maar Hij wil inspireren.

Vertaald naar onze situatie : Jezus wil geen politieke partij oprichten. Hij wil niet in de gemeenteraad plaatsnemen maar Hij wil de politici wel inspireren.

Hij wil ze inspireren om niet alleen op te komen voor het belang van hun achterban. Hij wil ze inspireren om oog te hebben voor het algemeen belang.

Wij mensen zijn geboren met een neiging tot egocentrisme. En dat is een groot goed. Egocentrisme helpt ons om te overleven. Wanneer er een auto op ons afkomt zorgt ons ego ervoor dat we opzij springen. Wanneer we voor een afgrond staan zorgt ons ego ervoor dat we terugwijken. Wanneer we honger hebben zorgt ons ego ervoor dat we op zoek gaan naar eten. Ons ego helpt ons te overleven. Ons egocentrisme is een groot goed.

Maar menselijk leven wil meer zijn dan overleven. Dat meer is oog krijgen voor de wereld buiten jezelf, oog krijgen voor de belangen van andere mensen.

Ons ego is een graankorrel. Een graankorrel is vol leven dat er op wacht om uit te breken. Ons egocentrisme is leven dat zich nog binnen de harde schil rond de graankorrel bevindt. Wanneer die schil openbreekt krijgt de kern de kans om te ontkiemen op te groeien en uiteindelijk vrucht te dragen. Naast eigen belang komt er ruimte voor het belang van de ander. Politiek gezien: naast het deelbelang komt er ruimte voor het algemeen belang.

Belangrijk: Met deelbelangen is niets mis. Een politieke partij mag opkomen voor een deelbelang maar moet daarnaast oog hebben voor het algemeen belang.

Terug naar het verhaal:

Een grote menigte mensen is Jezus gevolgd de heuvels in. Ze hebben veel over Hem gehoord. Nu willen ze Hem zelf zien en horen spreken. En Jezus was zo welsprekend en inspirerend dat ze urenlang ademloos naar Hem luisteren en hun maag helemaal niet voelen.

Maar dan breekt er een moment aan dat iedereen zij en haar honger begint te voelen. Er moet eten komen. Maar daarvoor is geen geld.

Dan schuift Andreas, de broer van Simon Petrus een jongen naar voren. “Kijk “zegt hij “deze jongen heeft vijf broden en twee vissen. Maar dat is veel te weinig. “

Dan zegt Jezus: “Laat iedereen gaan zitten”. En dan neemt hij de broden, spreekt  zegent ze , breekt ze en begint ze rond te delen. En dan blijkt er een overvloed aan brood en vis te zijn.

Je kunt het verhaal zo lezen dat Jezus werkelijk een wonder verricht heeft. Ik heb respect voor eenieder die dat doet en erken dat dit een te rechtvaardigen mogelijkheid is. Je kunt het verhaal ook op meer symbolische wijze lezen.

Het is opmerkelijk dat het een jongen is, een kind, die vijf broden en twee vissen heeft. Jezus heeft gezegd dat wie niet wordt als een kind het Koninkrijk van God niet binnen kan gaan. Het Koninkrijk van God heeft onbevangen mensen nodig, onbevangen als kinderen. De jongen ziet dat er brood nodig is en onbevangen loopt hij naar voren en biedt zijn brood aan. Hij maakt zich er niet druk over of het genoeg is of niet.

Er zijn vijf broden en twee vissen. Dat is een verwijzing naar het manna verhaal dat we lazen. Het volk had honger. God voedt Zijn volk met brood uit de hemel. Brood is een geschenk van God. Dat hebben we niet, dat maken we niet, daar bidden we om: “Geef ons heden ons dagelijks brood. “

Vijf dagen mag het volk ’s morgens het manna oprapen genoeg voor een dag. Maar op de zesde dag moet het volk manna rapen voor twee dagen. Vijf en twee.

 

Op het moment dat Jezus het brood begint rond te delen blijkt opeens dat vele mensen wel wat brood of ander voedsel bij zich hebben. Jezus’ voorbeeld werkt aanstekelijk. Iedereen begint onbekommerd, onbevangen als een kind, het weinige eten dat hij bij zich heeft uit te delen en dan blijkt er een overvloed te zijn.

Het verhaal wordt altijd aangeduid als het verhaal van de wonderbare broodvermenigvuldiging maar wonderbare brooddeling zou een betere aanduiding zijn. Het is een wonder dat de menigte zo ruimhartig en onbezorgd begint te delen.

Ons egocentrisme is een groot goed. Het zorgt ervoor dat we als we honger hebben gaan eten. Zo overleven we. Jezus laat zien dat waarlijk menselijk leven meer is dan alleen overleven. Het gaat om samenleven.

Jezus laat zien hoe de graankorrel van het ego kan openbreken en er ruimte komt voor de ander. Niet alleen het eigen overleven staat centraal maar ook dat van een ander en daarmee wordt het leven een feest dat gevierd kan worden.

Amen