Overdenking van ds. A.P. Heiner, Elim
(gelezen door mevr. Rieke van Dijk-Veenstra)

Lucas 1: 5-24; 57-64

Gemeente van de Heer
Om maar met de deur in huis te vallen! Zacharias. Ik mag hem wel. De verhalen zijn dubbel, er knarst van alles. De onverhoorde gebeden – onvrijwillig kinderloos. Zet daar maar een uitroepteken bij.

Grote woorden, van de grote Engel Gabriël notabene en….

“Kijk” zegt Zacharias., “Ik als kleine dienstknecht, knechtje van de Heer – maar ik doe al meer dan 40 jaar, keurig op mijn beurt, dienst in de tempel- en als ik om mij heen kijk, al dat geweld, die Herodes, en de terreur. En Engel, was zeg je me nou?”

Zacharias. Wat ik mij nog van mijn kinderbijbel herinner. Zacharias was een beetje “foei” – niet zo gelovig – verder tja.
Op het zijpaneel van het grote kerstverhaal, een doezelig oud mannetje, dat niet wist waar Abraham de mosterd haalt. Ja, Abraham moest ook zo heel lang wachten op een kindje van Sara. En Jacob en Rachel en Hanna moeder van Samuel en ….
Die namen zullen bij Zacharias door zijn hoofd zijn gevlogen. Ik een zoon? Elisabeth en ik zijn oud. Zacharias zo tussen zingende vrouwen, zwijgend in de coulissen?

Of is het ook een verhaal met een glimlach een beetje humor. “Humor ist wenn man trotzdem lacht”.

Ik zal u een verhaal vertellen. Het gaat om een spreuk op een schildje, dat ik kreeg van een oom van mij. Ik zat toen net op de middelbare school, leerde wat Duits. Op het schildje stond met mooie krulletters: “Humor ist wenn man trotzdem lacht”. Humor is als je tòch lacht.
Ik hing het boven mijn bed. Interessant vond ik het. Ik was 13 jaar.
Dertien jaar later, op onze trouwdag, zei mijn oom “gefeliciteerd”, en jongen, jij wilt dominee worden nietwaar? Denk nog eens aan de spreuk die ik je gaf en vervang humor door geloven

– Glaube – “geloven is als je toch nog lachen kunt”.

Even terzijde. U moet weten, die oom was in de Tweede Wereldoorlog in Ned. Indië, werd gevangengezet, was Japans krijgsgevangene en hij moest naar Japan, werken in een mijn in de stad Nagasaki. Toen viel de atoombom. Mijn oom was toen net in de mijn onder de grond. Toen hij weer bovenkwam uit de mijn was alles weg.
Als zo iemand, die dat heeft meegemaakt, je zo’n schildje meegeeft, maakt dat diepe indruk. Letterlijk, wonderlijk, een glimlach? Toch geloven, andere tijden, volhouden. Hart onder de riem, vrede, humor. Trotzdem. Toch!?
Moet je vooral kijken hoe Lucas deze verhalen vertelt. Met humor èn geloof.

Lucas 1 en 2. Een hoop bombarie. Machtigen kom je tegen. Humoristisch bijna die opsomming. Herodes, Augustus en Quirinius. Wie verbijsterd zich niet over machten en mensen. Van grote en kleine Trumpjes.
En daarbij ook een hoofdrol van Gabriël. Gabriël – opperengel – je zult hem tegenkomen, alles gaat Lock down en de sleutel om alles open te krijgen – het sleutelwoord wordt een naam van een kind-  “Johannes is zijn naam”.  De Heer is genadig. Ook met een glimlach zeg ik. Kom daar maar eens aan bij het RIVM.

Lucas schrijft zijn evangelie heel anders dan Marcus of Mattheus, laat staan Johannes de evangelist. Lucas probeert vooral mensen van de Grieks- Romeinsewereld van toen te bereiken met een geboorteverhaal in de context van het jaar nul. Je telde toen – alleen toen? – mee als je van hoge komaf was. Daarom besteedt Lucas ook zoveel regels aan Jezus, zoon van David, zoon van God, de Allerhoogste! Dat is een komaf!
De moeder van Johannes stamt af van Aaron.

Nu ben je nog in de tempel. Daar kun je God zoeken. Maar je ziet God niet zelf, alleen in een wolk, die meegaat met de Ark. Symbool van God onderweg in voorspoed en tegenspoed. De woestijntocht in de Bijbelse geschiedenis.
Maar nu. Nu het er om gaat spannen. Nu komt Gabriël die voor Gods aangezicht zegt: “jouw kind Zacharias, jullie kindje, een Elia zal hij zijn, profeet van de allerhoogste. Grote woorden, verzoening, zondaars, rechtvaardigen. Jouw Kind, bode van de Heer.
Zwijgt Zacharias eerbiedig? Merkwaardig dat Zacharias niet onder de indruk is zeker niet van de theologische impact van wat Gabriël zegt. Dus zegt Zacharias (hij durft) “hoe kan dat nou?” (Heeft Abraham dat ook eens niet gezegd?) Dus, maar? Elisabeth en ik zijn op hoge leeftijd…… Ongeloof?
Zacharias gaat in tijdelijke lock down, omdat hij zijn oren niet kan geloven. Maar hij vergeet niet het volk te zegenen. En het volk, de mensen op het plein, is niet afgestompt of angstig. De mensen op straat herkennen het gebeuren als en visioen. Die man die zwijgt is priester! Laat dat in je omgaan. Dat je -visioen- herkent in het tumult van zoveel om je heen. Avond aan avond praatprogramma’s.

Een gebaar, een zegen, zomaar inspiratie, perspectief. We snakken er soms naar. Lees in het evangelie niet over zulk soort kleine dingen heen. Ik heb bewondering voor Zacharias.
“Wij zullen zien” gebaart hij met een glimlach, en dan naar huis. Hoe vertel ik het Elisabeth. Het kind mag een naam hebben. Johannes: de Heer is genadig! Hij Johannes zal het volk gereed maken voor de Heer. Messiaans perspectief, toekomst, advent.

Negen maanden en acht dagen later schrijft Zacharias: “Johannes is zijn naam”, en vanaf dat moment kan Zacharias weer spreken. Het slot verdwijnt van zijn mond. De engel had toch gelijk: Johannes is zijn naam, wegbereider, stratenmaker, profeet van de Allerhoogste.

Voorafgaand aan de Zoon van de Allerhoogste. Een bijzonder duo Johannes en Jezus.
En u en ik. Sta je wat stuntelig aan de kant bij de zoveelste Kerst? Compleet met een Lock down en letterlijk en figuurlijk een bak met vragen anno 2020/2021. Hoe zal dit gaan?

Daar heb je in je leven nog hele legioenen engelen – als in de velden van Bethlehem – voor nodig om het allemaal te begrijpen.
Geloven èn humor. Gods ‘humor’. Ere zij God.

Wie glimlacht niet, wie het Kind ziet, in het spoor van herders en wijzen?
Geloof is, dat je toch, trotzdem – ondanks alles- soms door je tranen heen lacht.
Volg het spoor van de engelen en glimlach als teken van hoop.
Amen.