Voorganger: Ds. Dick van der Vaart

   
Lezing Marcus 13, 24-37   Lucas 1, 5-24

Gemeente van Christus,

In de Adventstijd zien we uit naar de geboorte van Jezus. Daarom hebben we ook het verhaal gelezen over de aankondiging van de geboorte van Johannes. Dit verhaal bereidt ons al voor op het verhaal over de aankondiging van de geboorte van Jezus. Maar waarom staat in de Adventstijd, al vanouds, dat wonderlijke hoofdstuk 13 uit het evangelie van Marcus op het leesrooster? Dat hoofdstuk waarin het gaat over de eindtijd en wat eraan vooraf zal gaan? Dat hoofdstuk staat op het leesrooster omdat het in de Adventstijd niet alleen gaat om de geboorte van Jezus. In de Adventstijd gaat het ook om het uitzien naar Gods komst in deze wereld. Het gaat om het uitzien naar de komst van het Koninkrijk van God.

Aan het begin van Marcus 13 lezen we dat Jezus met zijn leerlingen de tempel bezocht heeft. Bij het verlaten van de tempel kijkt één van zijn leerlingen nog eens om, stoot Jezus aan en roept uit: “Meester, kijk toch eens, wat een stenen, wat een gebouw! “En dan antwoordt Jezus: Die grote gebouwen die je nu ziet -wees er maar zeker van dat geen enkele steen op de andere zal blijven. Alles zal worden afgebroken. “

Dan lopen Jezus en zijn leerlingen naar de Olijfberg. Deze berg ligt tegenover de tempelberg waarop de tempel staat en is ook hoger dan de tempelberg. Zittend op die Olijfberg, met het zicht op de tempel, vraagt Petrus aan Jezus: “Wanneer zal de tempel afgebroken worden? Waaraan kunnen we zien dat het zover zal zijn? “En dan antwoordt Jezus: “Er zullen oorlogen zijn en hongersnoden en aardbevingen. Jullie zullen vervolgd worden en voor het gerecht gesleept worden. Broers zullen zich keren tegen broers, Vaders tegen hun kinderen en kinderen tegen hun vaders. Jullie zullen worden gehaat. Jullie zullen moeten vluchten. “

Gemeente, deze woorden van Jezus zijn in de kerk vaak niet goed begrepen. Men heeft ze los gemaakt van de concrete situatie waarin Jezus ze gesproken heeft. Men heeft ze los gemaakt van de concrete situatie waarin Marcus zijn evangelie geschreven heeft. Met zijn woorden heeft Jezus geen voorspelling willen geven van wat er allemaal zal gebeuren aan het einde van de tijden. Jezus’ woorden zijn geen script van een rampenfilm die in de geschiedenis zal worden afgespeeld.

Om Jezus woorden te kunnen begrijpen moeten we de situatie kennen waarin Jezus ze uitsprak. En ook moeten we weten wat wordt bedoeld met “apocalyptisch denken.”

Hoe was de situatie waarin Jezus deze woorden uitsprak? Het land Israël lag al eeuwenlang ingeklemd door machtige rijken het Babylonische rijk, het Perzische rijk, het Assyrische rijk en aan de andere kant het machtige Egyptische Rijk. Telkens weer wordt het land bezet door machtige overheersers. Telkens weer wordt het volk moeilijk gemaakt om hun God te dienen. Telkens weer worden ze vervolgd en onderdrukt.

In de tijd van Jezus werd het volk overheerst en vervolgd en onderdrukt door de Romeinen. En volk dat onderdrukt wordt komt in verzet. Dat verzet wordt door de overheerser de kop ingedrukt. Maar daarmee is het niet weg. De onderdrukker kan de deksel lang op de pan van het verzet houden maar op een gegeven ogenblik wordt de druk te groot en knalt het deksel van de pan. In onze tijd is dit gebeurd in Wit- Rusland.

Jezus en zijn leerlingen leven in een tijd waarin de druk van de Romeinse bezetter steeds groter wordt. Tegelijkertijd groeit het verzet van het volk. Het kan niet anders of er zal een explosie plaatsvinden. Een opstand. Jezus voelt dit aan. Hij voorziet wat er zal gebeuren. Maar het is niet zo dat hij dit in een glazen bol ziet. Nee, zoals je in Wit Rusland kon aanvoelen dat er een opstand zou moeten komen omdat een volk zich misschien wel voor lange tijd maar niet voor altijd laat onderdrukken, zo voelt ook Jezus aan dat het wel tot een opstand zal moeten komen. Tegelijkertijd weet Jezus dat het gevolg zal zijn dat de keizer van Rome een leger zal sturen dat de tempel zal verwoesten en de stad met de grond gelijk zal maken.

Om hoofdstuk 13 van het evangelie van Marcus te kunnen begrijpen moeten we weten wat “apocalyptisch denken “inhoudt. Wij kennen het woord “apocalyptisch “van rampenfilms waarin de planeet aarde door buitenaardse wezens wordt aangevallen en verwoest of door rampenfilms over kernwapenoorlogen of grote overstromingen. Het woord “apocalyps “wordt wel vertaald als openbaring. Het laatste bijbelboek “de openbaring van Johannes “wordt ook de “Apocalyps van Johannes “genoemd. En het lijkt er ook in dat boek op alsof er wordt voorspeld wat er zal gebeuren aan het einde van de tijden. Ik kan er nu omwille van de tijd niet op in gaan maar ik meen dat het niet juist is om dat boek op deze manier te lezen. Er worden geen voorspellingen gedaan over het hoe zal gaan aan het einde van de tijden. Er wordt wel een belofte gedaan dat het goed zal komen aan het einde van de tijden.

Wat is nu “apocalyptisch denken “?  Wanneer een volk wordt onderdrukt en het lijden ondraaglijk groot is, dan kan men zich een bevrijding uit die verschrikking alleen nog maar voorstellen als een ondergang van de wereld. De wereld is zo door en door corrupt dat niets ervan het waard is om bewaard te blijven. Eerst moet alles vernietigd worden en pas daarna kan er iets nieuws ontstaan: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. “Een bevrijdend uitzicht voor een volk dat ondraaglijk leidt.

Het is echter de vraag of wij dit apocalyptische denken zo over moeten nemen. Is het werkelijk zo dat er niets goeds in deze wereld is? Is het niet veel meer zo dat er in deze wereld heel veel is waarmee we een nieuw begin kunnen maken? En waarom zouden we ons inspannen voor een betere wereld als deze wereld in een grote wereldbrand ten onder zou moeten gaan?

Gelukkig zijn er heel veel mensen in deze wereld die zich inspannen voor een betere wereld. Steeds meer mensen strijden tegen klimaatopwarming. Steeds meer mensen verzetten zich tegen de kaalslag van de regenwouden. Steeds meer mensen verzetten zich tegen de vervuiling van grond, lucht en water. Steeds meer mensen geloven dat het zin heeft om over te stappen op zonne – energie en wind- en water energie. Er zijn heel veel mensen die lid zijn van Amnesty International en het Rode Kruis en Green Peace. Allemaal zetten ze zich in voor vrede en recht en heelheid van de schepping. In de kerk zeggen we: allemaal zetten ze zich in voor het koninkrijk van God, voor de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

In plaats van het apocalyptische denken waarin de wereld moet ondergaan in een grote wereldbrand voordat de nieuwe hemel en de nieuwe aarde aanbreken, kunnen we ons de loop van de geschiedenis ook anders voorstellen. Ik heb dat geleerd van mijn leermeester Okke Jager. Hij stelde het beeld voor van water dat op vuur staat. Langzamerhand wordt het water warmer en warmer, dan wordt het heet en dan is er opeens een omslagpunt, het water begint de borrelen en te bruisen, het water raakt aan de kook. Aan de ene kant is het kokende water gewoon water. Maar aan de andere kant is het van kwaliteit veranderd. Hert is kokend water geworden. Zo zou het met onze wereld ook kunnen gaan. Langzaam heel langzaam zou de wereld beetje bij beetje rechtvaardiger en vreedzamer kunnen worden. Langzamerhand zou de wereld schoner kunnen worden. Langzamerhand zouden we armoede en ziekte uit kunnen bannen. Op een gegeven ogenblik zou de wereld dan zo vreedzaam en rechtvaardig en schoon kunnen zijn dat er omslagpunt bereikt wordt. Het water begint te koken. Het Koninkrijk van God breekt aan. Het nieuwe Jeruzalem daalt neer uit de hemel. God Zelf komt onder ons wonen. En er zal geen dood meer zijn, nog rouw nog geklaag…want de eerste dingen zijn voorbij gegaan…

Wat heeft dit alles nu met Advent te maken?

In Marcus 13: 2, 4 lezen we dat Jezus zegt: “Maar in de dagen na de verschrikkingen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal men de Mensenzoon zien komen op de wolken, bekleed met grote macht en luister. “  

Een prachtig beeld! Een apocalyptisch beeld dat we niet letterlijk hoeven nemen. Maar een beeld dat zo mooi is dat het zonde zou zijn om ons er niet door te laten bemoedigen.

Er wordt gesproken over een Mensenzoon die komt op de wolken, bekleed met grote macht en luister. Over deze Mensenzoon wordt gesproken in Daniël 7. Daniël ziet in een visioen vier machtige monsters oprijzen uit het water van de zee: 1. Een leeuw met adelaarsvleugels 2. Een beer 3. Een panter met vleugels 4. Een angstwekkend dier met horens en ijzeren tanden. Deze dieren symboliseren vier wereldrijken die Israël met geweld hebben onderdrukt. En dan komt er iemand op de wolken van de hemel die er uitzag als een mens. Dit is de Mensenzoon. En dan ontneemt God de vier monsters hun macht en geeft deze in handen van de Mensenzoon. We lezen:

Aan de Mensenzoon werden macht, eer en koningschap verleend en alle volken en naties , welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen. “

In deze Mensenzoon heeft Jezus Zichzelf herkend. In dit beeld hebben de evangelisten Jezus herkend. En de beelden zijn indrukwekkend. De komst van de Mensenzoon wordt beschreven als een kosmische gebeurtenis: de zon zal verduisterd worden, de maan zal geen licht meer geven de sterren zullen uit de hemel vallen, hemelse machten zullen wankelen. De Mensenzoon zal komen op de wolken bekleed met grote macht en luister.

We moeten ons realiseren dat deze kosmische gebeurtenis plaatsvond in een stal in Bethlehem. We zien daar geen zon die verduisterd wordt, geen sterren die uit de hemel vallen. We zien daar de geboorte van een kwetsbaar kind in armoedige omstandigheden. Een kwetsbaar kind wiens leven door de machtige koning Herodes bedreigt wordt. Hoe kan deze geboorte van kosmische betekenis zijn?

Dat kan omdat uit dit kind een mens groeide die ons het mens-zijn heeft voorgeleefd zoals God dat bij de schepping voor ogen had: Liefdevol omgaan met kinderen, respectvol omgaan met vrouwen, zorgen voor de vreemdeling, de weduwe en de wees, wie honger heeft voeden, wie dorst heeft water geven, wie naakt is kleden. Aan de koningen van deze wereld liet hij zien dat een koning er niet is om te heersen maar om te dienen. En het gebruik van geweld wees Hij af.

Deze levenswijze zal blijken van kosmische betekenis te zijn. Deze levenswijze is machtiger dan welke wereldmacht ook. Dit is de belofte van Advent:

Aan de Mensenzoon zal macht en eer en koningschap worden verleend. Alle volken en naties zullen deze Vredekoning dienen. Zijn liefdevolle en rechtvaardige heerschappij zal een eeuwige heerschappij zijn waar geen einde aan zal komen.

Amen.