Meditatie van ds. Dick van der Vaart

Witte donderdag

We zijn hier bijeengekomen om Jezus te gedenken. Jezus is het wáárd om herinnerd te worden.

En daar waar wij Hem herinneren daar valt het licht van God tot op de dag van vandaag deze wereld binnen. Onze herinnering van Jezus is het venster waardoor heen het licht van God schijnt. En de mooiste herinnering van Jezus zijn de daden die wij in navolging van Hem doen. Dan valt het licht van God door onze daden deze wereld binnen.

In Jezus was God Zelf Aanwezig in deze wereld. Daarom zitten we op het puntje van onze stoel wanneer Jezus iets zegt of doet. Niets en geen moment willen we daarvan missen.

Zo kijken we vanavond aandachtig toe wanneer we zien hoe Jezus tijdens het laatste avondmaal een brood neemt en Zich ermee identificeert. Hij houdt het omhoog en zegt: “Dit is Mijn lichaam.”

Dan breekt Hij het brood, deelt het uit en zegt: “Doet dit tot Mijn gedachtenis.”

Jezus hoopt dat wij ons Hem zullen herinneren. Idereen die gaat sterven hoopt door zijn of haar geliefden herinnerd te zullen worden. Zo ook Jezus. “Vergeet me niet!” is de boodschap die Hij als geliefde leraar aan Zijn leerlingen geeft.

Maar er is meer. In Jezus is God Aanwezig. Daarom Zijn Jezus’ woorden ook aan de mensheid gericht. Jezus wil niet alleen door Zijn leerlingen herinnerd worden maar ook door de mensheid omdat de wijze waarop Hij leefde een boodschap voor de mensheid inhield.

Jezus wil dat wij ons Zijn leven herinneren. Hij wil dat wij ons zijn woorden en daden herinneren. Hij wil datwij de manier waarop Hij leefde herinneren.

En hoe leefde Jezus? Hoe waren Zijn woorden en daden?  Vol liefde!
Met hart en ziel heeft Hij zich aan deze wereld gegeven. Met een hart en een ziel vol liefde. Hij sprak liefdevolle woorden en verrichte liefdevolle daden.
Met hart en ziel gaf Hij Zich aan deze wereld. En het was God Zelf Die Zich in Jezus met hart en ziel aan deze wereld gaf!
De zelfgave van Jezus aan deze wereld wordt gesymboliseerd door het breken en het delen van het brood en het schenken en wegschenken van de wijn.
Het breken en delen van brood is een hele elementaire handeling. Het is een handeling die voorgegeven is in de natuur.

Nu de lente aangebroken is zien we weer overal moedervogels die met voer in hun bek op weg zijn naar hun nest om hun jongen te voeden. De jongen sperren hun bekjes wijd open in vol vertrouwen op de moeder.

Wanneer je in de trein zit en de trein loopt een forse vertraging op en het loopt tegen etenstijd en je maag knort en je hoort de maag van je buurman knorren en je hebt nog een koek en je haalt hem tevoorschijn en je breekt deze doormidden en reikt hem je buurman aan dan breekt dat het ijs, dan wordt dat beleefd als een warme geste.
Het breken en delen van brood schept een band, afstand valt weg, je wordt één, hebt a.h.w. nog maar één maag, je bent in vertrouwen bij elkaar.
Zo ging Jezus met de mensen om.
En schenken en het wegschenken geven hetzelfde beeld. Jezus schonk zijn aandacht, zijn liefde aan de mensen om Hem heen.
Hij was niet bezig met Zichzelf. Hij schonk zich helemaal weg aan anderen.

Wanneer Jezus het brood breekt en deelt en de wijn schenkt en wegschenkt en zegt: “Doet dit tot Mijn gedachtenis” dan is dit een boodschap die gericht wordt tot de mensheid en haar oproept om te breken en te delen en te schenken en weg te schenken zoals Jezus dat  tijdens zijn leven deed.
En het grote wonder, te groot voor ons om het werkelijk te bevatten is dat God Zelf in Jezus Aanwezig was en dat het tot Gods Wezen behoort om Zichzelf te breken en te delen en te schenken en weg te schenken. God Zelf!
En Hij acht ons zo hoog en zo kostbaar dat Hij Zich aan ons wil geven!
God! De Heer van het onmetelijke heelal wil op menselijke en liefdevolle wijze met ons omgaan!

Laten we God ontvangen van Jezus. Laten we Jezus ontvangen van God. Laten we onszelf breken en delen en schenken aan elkaar. Laten we zo God schenken aan elkaar!

Amen.