Lezingen: Jesaja 50: 4-7 Matheus 21: 1-11
Voorganger: ds. Dick van der Vaart
Rijdend op een ezel
In het koningschap van Jezus niet om macht gaat maar om dienstbaarheid.
Wanneer ik zeg dat het in het koningschap van Jezus niet om macht gaat maar om dienstbaarheid dan stel ik deze twee begrippen ten onrechte tegenover elkaar en suggereer ik dat macht niet goed zou zijn.
Dat wil ik corrigeren. Macht is niet slecht. Macht is het vermogen om iets te doen. Zonder macht kun je geen kwaad doen maar zonder macht kun je ook geen goed doen. Zonder macht ben je machteloos: ten goede of ten kwade. Jezus zou de macht wil hebben om goed te doen. In Hem leeft de wens om goed te doen. Macht zou Hem in staat stellen om goed te doen.
Ik heb het wel vaker verteld maar het wordt mij steeds duidelijker dat het verhaal over de verzoekingen in de woestijn wezenlijk is voor het begrijpen van Jezus’ koningschap.
Het gaat in dit verhaal om drie verzoekingen:
- de verzoeking om van stenen brood te maken d.w.z. de verzoeking om Zijn koningschap te gebruiken om zichzelf te verrijken. Een verzoeking waaraan zovele machthebbers door de eeuwen heen telkens weer aan ten prooi vallen. Twee weken geleden hebben we nog gezien in welk riant huis de president van Oekriaïne woonde en welke schatten hij om zich heen verzameldhad tot de waanzin van een gouden w.c- pot aan toe. Jezus wijst deze verzoeking af. Hij zal Zijn koningschap niet misbruiken voor zelfverrijking ten koste van het volk.
- de tweede verzoeking is de verzoeking van Jezus om zichzelf van het tempeldak te werpen en zich te laten opvangen door engelen.
Dat is de verzoeking om zichzelf als charismatische leider , als een goeroe , als een god-koning te laten vereren waardoor Hij een totale greep, niet alleen op het lichaam, maar ook op de geest van zijn onderdanen zou verwerven. Maar Jezus wijst dit af. Hij wil geen god-koning zijn, geen charismatisch leider. Hij wil zich niet verheffen boven het volk maar broeder zijn. Hij wil de geest van de mensen niet gevangen nemen maar vrij laten.
- de derde verzoeking is de verzoeking om neer te knielen voor de duivel opdat Hem al de koninkrijken van de wereld geschonken zou worden. Dat neerknielen voor de duivel dat is het neerknielen voor de macht om de macht. Hier is macht geen neutraal begrip meer, is het niet meer het vermogen om iets te doen ten goede of ten kwade. Nee hier is macht het vermogen om kwaad te doen. De wil om te heersen om het heersen zelf. Macht omdat macht machtig mooi is.
Ook deze verzoeking wijst Jezus af. Hij wil niet heersen om het heersen . Hij wil het goede doen dat in zijn vermogen ligt.
Ach! Hadden we in de wereld maar wat meer koningen, presidenten, premiers , regeringsleiders als Jezus! De wereld zou een paradijs zijn, een Koninkrijk van God!
Jezus rijdt op een ezel Jeruzalem binnen. Niet op een paard. Het paard symboliseert zoals u weet de militaire macht. Maar niet alleen dat. Het paard symboliseert die macht die Jezus afwees in de verzoekingen in de woestijn.
De ezel symboliseert de macht die Jezus ambieert: het vermogen om goed te doen. Op een paard toren je uit boven de mensen. Op een paard kijk je op hen neer. Op een ezel bevindt je je op ooghoogte van de mensen. Je kijkt niet op ze neer maar ziet hen in de ogen als broeders en zusters.
Ten tijde van de intocht in Jeruzalem zuchtte het Joodse volk onder de Romeinse bezetting. De zware belastingdruk die de keizer het volk oplegde veroorzaakte armoede en dagelijkse ellende en uitzichtloosheid. Het volk verlangde naar verlossing.
In de Joodse traditie en in het O.T. hoorden en lazen zij over een verlosser die van Godswege naar het land gezonden zou worden. Hij werd “de Messias” genoemd. En tijdens de Romeinse onderdrukking nam het verlangen naar verlossing daarom de vorm aan van het verlangen naar de komst vande Messias.
En wanneer Jezus roem zich door het land verspreid dan worden deze messiaaanse verlangens aan Jezus verbonden. Men verlangt zo naar verlossing dat men gaat geloven dat Jezus de messias is.
Maar wat stelt men zich daarbij voor? Men denkt dat Jezus als messias met militair geweld de Romeinse bezetter zal verdrijven. Men stelt zich Jezus voor op een paard in een prachtig koninklijk militair gewaad. Jezus zal als koning op de troon van David plaatsnemen en het economische herstel van het land ter hand nemen. En Jezus weet dat deze verwachtingen rondom Hem aan het groeien zijn. Jezus weet dat het volk bij zijn koningschap een koningschap op een paard voor ogen heeft. En daarom kiest Hij bewust niet voor het paard maar voor een ezel als rijdier.
Maar wanneer het volk Hem aanziet komen rijden en dan helemaal enthousiast wordt en mantels voor Hem op de weg gooit waarover Hij kan rijden en palmtakken boven Zijn hoofd houdt en en roept : “Gezegend Hij die komt in de Naam van de Heer! Hosanna!” Welk koningschap bejubelt het volk dan? Het koningschap op de ezel of het koningschap op het paard? En als het volk het koningschap op het paard bejubelde hoe moeilijk zal het dan voor Jezus geweest zijn wanneer Hij zich realiseerde dat het volk niet begrepen had wat Hem voor ogen stond!
Jezus maakte door zijn keuze voor een ezel niet alleen aan zijn tijdgenoten maar ook aan de mensen van vandaag duidelijk welk koningschap Hem voor ogen staat.
Hij maakt dit duidelijk aan Basjr al Assad van Syrië, aan Robert Mugabe van Zimbabwe maar Hij maakt het niet alleen duidelijk aan +de slechterikken . Hij maakt het duidelijk aan alle presidenten in de wereld. Het verhaal over de intocht zou gelezen moeten worden bij de opening van een vergadering van de Verenigde Naties. Alle machthebbers in de wereld moeten weten dat zij bij de machtuitoefening niet uit moeten zijn op zelfverrijking, zelfverheerlijking of macht om de macht.
Alle regeringsleiders moeten weten dat de aarde een paradijs kan worden, een koninkrijk van God wanneer zij hun macht in dienst stellen van hun volk. Hun lievelingsverhaal dat ze ’s avond voor het slapen telkens weer opnieuw zouden moeten willen lezen is het verhaal van Jezus die de menigte voedt: Hij breekt het brood en de vis en Hij deelt en deelt en deelt tot de hele menigte verzadigd is.
En niet alleen voor het politieke leven is de boodschap van Jezus relevant maar ook voor ons persoonlijke leven. Ook voor ons persoonlijke leven geldt dat we niet aleen bezig moeten zijn met het verkrijgen van rijkdom of aanzien of macht om de macht. Daarin schuilt het levensgeluk niet. Ons levensgeluk vinden we in de liefdevolle en dienstbare omgang met onze medemensen.
Amen.